WODC: Bredere blik op gebruik virtuele valuta helpt opsporing criminele gelden

Binnen georganiseerde criminaliteit wordt op verschillende wijzen gebruikt gemaakt van virtuele valuta, zoals crypto valuta en prepaid debit- en creditcards. Dit gebruik kan behulpzaam zijn bij de opsporing van criminele gelden. De opsporing lijkt echter nog niet gericht op alle vormen van gebruik. Om de opsporing te verbreden en te verdiepen, lijkt grondig onderzoek naar de werkwijzen, meer mankracht en middelen en beter toezicht op de uitgifte van debit- en creditcards nodig. Dit blijkt uit onderzoek dat de TU Delft uitvoerde op verzoek van het WODC.

Lees het volledige rapport.

Virtuele valuta in de last mile

Virtuele valuta zijn elektronische betaalmiddelen die niet gecontroleerd, uitgegeven of gegarandeerd worden door een centrale bank of overheid. Deze valuta kunnen zowel bij fysieke als online verkooppunten worden aangeschaft. Het eenvoudige en relatief anonieme gebruik zorgt ervoor dat criminelen er in toenemende mate gebruik van lijken te maken. Het onderzoek richtte zich op het gebruik van virtuele valuta in de zogeheten last mile – het deel van de criminele waardeketen waar transacties met de ‘eindgebruiker’ plaatsvinden, zoals de afwikkeling van online handel in drugs of cybercrime gereedschap.

Grootschalige data-analyse

Naast literatuuronderzoek en gesprekken met experts analyseerden de onderzoekers een groot aantal berichten op het darkweb forum Dread en berichten uitgewisseld in openbare Telegram groepen. Onder de criminelen die hier actief zijn komt uit het onderzoek een zekere terughoudendheid in het gebruik van crypto valuta (waaronder bitcoins) naar voren. Prepaid debit- en creditcards spelen daarentegen volgens de onderzoekers een prominente rol. Deze kaarten kunnen zonder registratie bij een financiële instelling worden gekocht en vormen een belangrijke virtuele betaalwijze voor de drugs als cybercrime transacties die binnen Telegram groepen plaatsvinden. De onderzoekers concluderen dat de opsporing zich op slechts een deel van het gebruik van virtuele valuta in de last mile lijkt te focussen (en lang niet altijd op het deel met de grootste omvang en impact).

Handelingsperspectieven

De onderzoekers benoemen drie handelingsperspectieven die de opsporing in staat stelt nauwer aan te sluiten bij het gebruik van virtuele valuta in georganiseerde misdaad:

  • Fenomeenonderzoek. Binnen de opsporingspraktijk gaat meer tijd en aandacht uit naar het onderzoeken van specifieke zaken dan naar fenomeenonderzoek. De onderzoekers benadrukken dat fenomeenonderzoek relevante kennis kan opleveren. Des te meer onderdelen binnen de opsporing weet hebben van virtuele valuta en de bijbehorende risico’s, des te meer het crimineel gebruik opgemerkt zal worden. De kennis die met fenomeenonderzoek wordt opgedaan moet daarom breed worden gedeeld en juist ook met degenen die zich richten op offline criminaliteit.

  • Tooling en databronnen. Door virtuele geldstromen te identificeren en grootschalige data-analyses uit te voeren kan de kennispositie van de opsporing worden vergroot. De investering die volgens de onderzoekers nodig is om deze mogelijkheden te creëren, betreffen investeringen in capaciteit - in de vorm van analisten met financiële kennis – technologisch gereedschap (tooling) en de ontsluiting van relevante databronnen.

  • Toezicht op prepaid debit- en creditcards. Om het crimineel gebruik van prepaid debit- en creditcards tegen te gaan zou volgens de onderzoekers het toezicht op de aankoop van en transacties met prepaid debit- en creditcards expliciet toegespitst moeten worden op de bedrijven die de licenties voor deze kaarten uitgeven.

Print Friendly and PDF ^