Klaagschrift tegen beslag tardief nu het niet binnen 3 maanden na onherroepelijk worden uitspraak in ontnemingszaak tegen indirect de bestuurder/enig aandeelhouder van de klaagster is ingediend

Hoge Raad 14 februari 2017,  ECLI:NL:HR:2017:337

Er zijn een aantal onroerende zaken (woonobjecten) van de klaagster (een B.V.) in beslag genomen in het kader van de strafzaak, en later in het kader van de ontnemingszaak, tegen betrokkene. Op 3 april 2008 beslag ex art. 94 Sv (art. 94a Sv; AEH) op de registergoederen is gelegd ten behoeve van de ontnemingsvordering tegen betrokkene. Bij de onherroepelijk geworden ontnemingsuitspraak van 27 mei 2011 is aan betrokkene een betalingsverplichting opgelegd ten bedrage van € 1.961.515,80. Eerst op 20 januari 2015 is namens de klaagster op de voet van art. 552a Sv een klaagschrift ingediend.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Strafvorderlijk belang bij voortduring van het beslag per inbeslaggenomen stuk duidelijk maken?

Hoge Raad 14 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:232

De Officier van Justitie heeft aangevoerd dat de onder de klaagsters inbeslaggenomen stukken kunnen dienen om de waarheid aan het licht te brengen in het strafrechtelijk onderzoek tegen een van de verdachten in dat onderzoek. In de overwegingen van de Rechtbank ligt als haar oordeel besloten dat het Openbaar Ministerie het strafvorderlijk belang bij voortduring van het beslag onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt, nu niet per inbeslaggenomen stuk is duidelijk gemaakt in hoeverre het dienstig zou kunnen zijn aan het aan het licht brengen van de waarheid of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Beklag van een echtgenote (erfgename) over een inbeslaggenomen auto van zijn overleden echtgenoot (erflater). HR herhaalt aan te leggen maatstaf.

Hoge Raad 7 februari 2017,  ECLI:NL:HR:2017:181

Bij de beoordeling van het middel moet worden vooropgesteld dat de rechter in een geval als het onderhavige, waarin op de voet van art. 94a Sv beslag is gelegd en een derde in een beklagprocedure op de voet van art. 552a Sv om teruggave verzoekt, als maatstaf moet aanleggen of zich het geval voordoet dat buiten redelijke twijfel is dat die derde als rechthebbende van het in beslag genomen goed moet worden aangemerkt en daarvan in zijn beslissing blijk te geven.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt: de beoordeling of het belang van strafvordering zich verzet tegen handhaving van een art. 94a Sv beslag vergt niet een (ambtshalve) onderzoek naar proportionaliteit en subsidiariteit

Hoge Raad 7 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:178

Het middel richt zich tegen de gegrondverklaring van het beklag met de klacht dat het oordeel van de rechtbank dat het handhaven van het beslag, gelet op het beginsel van proportionaliteit en subsidiariteit, niet noodzakelijk is, onbegrijpelijk, althans ontoereikend gemotiveerd is.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR over derdenbeslag & motivering van voldoende aanwijzingen dat goederen aan ander zijn gaan toebehoren met het kennelijke doel de uitwinning te bemoeilijken of te verhinderen

Hoge Raad 31 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:121

De Rechtbank heeft geoordeeld dat "voldoende aanwijzingen bestaan voor het vermoeden dat de geldbedragen op de drie onderhavige bankrekeningen van klager afkomstig zijn van betrokkene 1, en dat die gelden op die rekeningen zijn gestort of anderszins bijgeschreven om verhaal ter zake een (mogelijk) op te leggen geldboete of ontnemingsbedrag te bemoeilijken of te verhinderen terwijl klager wist of redelijkerwijze kon vermoeden dat de gelden met dit doel op zijn rekeningen zijn gestort".

Read More
Print Friendly and PDF ^