Ondervragingsrecht, Ambtshalve plicht tot oproepen van getuigen & Onmiddelijkheidsbeginsel

Parket bij de Hoge Raad 14 mei 2019, ECLI:NL:PHR:2019:505

Het uitgangspunt is dat op grond van art. 6, lid 3 aanhef en onder d, EVRM de verdediging aanspraak heeft op een behoorlijke en effectieve mogelijkheid om getuigen in enig stadium van het geding te (doen) ondervragen. De omstandigheid dat de verdediging, ondanks het nodige initiatief daartoe, geen gebruik heeft kunnen maken van die mogelijkheid, staat er niet aan in de weg dat een door een getuige afgelegde verklaring voor het bewijs wordt gebezigd, mits is voldaan aan de eisen van een eerlijk proces, in het bijzonder doordat de bewezenverklaring niet in beslissende mate op die verklaring wordt gebaseerd dan wel - indien de bewezenverklaring wel in beslissende mate op die verklaring wordt gebaseerd - het ontbreken van een behoorlijke en effectieve mogelijkheid om de desbetreffende getuige te ondervragen in voldoende mate wordt gecompenseerd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over afwijzing verzoek horen getuigen & ondervragingsrecht

Parket bij de Hoge Raad 14 mei 2019, ECLI:NL:PHR:2019:501

Het eerste middel klaagt dat het hof het verzoek van de verdediging tot het horen van drie getuigen ontoereikend gemotiveerd en/of met miskenning van het ondervragingsrecht heeft afgewezen. Het in het middel bedoelde verzoek is door de verdediging gedaan bij appelschriftuur van 29 maart 2016, en ook bij brief van 26 juli 2017 aan de voorzitter van de strafkamer van het hof.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over betrouwbaarheid van bekennende verklaringen van verdachte (die eerst had ontkend)

Parket bij de Hoge Raad 12 maart 2019, ECLI:NL:PHR:2019:228

Het eerste middel klaagt dat het hof in strijd met art. 359, tweede lid tweede volzin, Sv heeft verzuimd in het bijzonder de redenen op te geven die hebben geleid tot afwijking van het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt van de verdediging dat de bekennende verklaringen van de verdachte vanwege hun onbetrouwbaarheid terzijde moeten worden gesteld.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Kan de RC op verzoek van de verdediging de OvJ bevelen om telefoons van nog te horen getuigen te tappen?

Rechtbank Amsterdam 7 mei 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:3208

Uit de stukken blijkt dat de rechter-commissaris het Openbaar Ministerie op 28 juni 2018 een bevel heeft gegeven tot het tappen van de telefoons van alle getuigen, maar dat dit bevel door de officier van justitie niet is uitgevoerd. Een deel van de getuigen is niet getapt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Getuigenverzoek: zwijgen kan op zich geen grond vormen afwijzing, maar hieraan kan wel betekenis toekomen bij de beoordeling of een verzoek voldoende is gemotiveerd

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 27 maart 2019, ECLI:NL:RBZWB:2019:1303

Naar het oordeel van de rechtbank kan het zwijgen van een verdachte op zich geen grond vormen voor het afwijzen van een verzoek tot het horen van een getuige. Maar onder omstandigheden kan hieraan wel betekenis toekomen bij de beoordeling of een verzoek voldoende is gemotiveerd. Een dergelijke motivering dient immers voldoende concreet en specifiek te zijn en in dat verband kan de omstandigheid dat er door het zwijgen van verdachte geen concrete betwisting is van het scenario zoals dat in het dossier naar voren komt, wel degelijk een rol spelen. Het niet (willen) afleggen van een verklaring door de verdachte kan er toe leiden dat noodzakelijke informatie ontbreekt om de betekenis van het horen van de verzochte getuige voor de beantwoording van de vragen van art 348 en 350 Sv voldoende te onderbouwen. Het risico daarvoor ligt op dit punt bij de verdediging.

Read More
Print Friendly and PDF ^