Artikel: Digitaliseringsaspecten van het strafproces van de toekomst

Een nadrukkelijk uitgangspunt van het nieuwe Wetboek van Strafvordering is dat het zoveel mogelijk toekomstbestendig moet zijn. Om toekomstbestendigheid te realiseren is er onder andere voor gekozen om formuleringen techniekonafhankelijk in te steken. Een belangrijk technisch aspect is de digitalisering binnen de strafrechtketen. Deze bijdrage heeft betrekking op digitalisering binnen de strafrechtketen in de toekomst. Zal inwerkingtreding van het nieuwe wetboek leiden tot digitaliseringsontwikkelingen? En zijn er digitaliseringsontwikkelingen mogelijk die niet samenhangen met invoering van het nieuwe Wetboek? Om enige context te schetsen, ga ik in op een aantal digitaliseringsontwikkelingen uit de afgelopen jaren.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: De weg naar een digitaal strafproces op basis van het nieuwe Wetboek van Strafvordering

Het nieuwe Wetboek van Strafvordering moet ervoor zorgen dat in de praktijk van de strafrechtspleging op gemakkelijke wijze technologische ontwikkelingen kunnen worden doorgevoerd. De bedoeling is dat de regeling van het strafprocesrecht techniekonafhankelijk wordt. Op grond daarvan kunnen technologische ontwikkelingen die in de samenleving plaatsvinden, bijvoorbeeld op het terrein van communicatiemiddelen en registratiemogelijkheden, gemakkelijk worden ingevoerd in de strafrechtspleging. Nieuwe technologie kan handelingen in de strafrechtketen eenvoudiger, minder arbeidsintensief en sneller maken, zo is de verwachting. De bijdrage van Kramer in dit nummer lijkt erop te wijzen dat audiovisuele registratie van handelingen behoorlijk wat uitdagingen oplevert voor rechters die ervan kennis moeten nemen, en niet zomaar een volwaardig alternatief is voor schriftelijke verslaglegging. Dat zou wellicht anders zijn als er techniek komt die het mogelijk maakt om audiovisuele registraties snel en eenvoudig te doorzoeken.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Botsing van individuele en collectieve slachtofferbelangen en het nieuwe Wetboek van Strafvordering

Modernisering Strafvordering wil het slachtoffer meer centraal stellen. Daartoe is een nieuw beginsel geformuleerd, dat echter onvoldoende recht doet aan de ontwikkelingen in de huidige digitale en internationale wereld. In die wereld kennen strafzaken steeds vaker grote hoeveelheden slachtoffers. Dan botsen individuele en collectieve slachtofferbelangen. Dit levert dilemma’s op, want oplossingen zijn omgeven met onzekerheid. Daarom zouden, in het belang van de slachtoffers, hun belangen gekanaliseerd moeten kunnen worden. Met deze en andere oplossingen moet geëxperimenteerd worden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Vereist de poortwachtersfunctie van de officier van justitie bij de vervolgingsbeslissing eigenlijk niet nadere regeling in het Wetboek van Strafvordering?

Als voorbeeld van onderwerpen waaraan in wetsvoorstel 36327 voor een nieuw Wetboek van Strafvordering ­opvallend weinig aandacht wordt besteed, kan het OM worden genoemd. Het wetsvoorstel bevat ter zake geen systematische veranderingen. In het bijzonder houdt het wetsvoorstel vast aan de vrijwel uitsluitende oriëntatie op de officier van justitie c.q. de advocaat-generaal als individuele actor, de a-systematische missslag bij het instellen van rechtsmiddelen door het Openbaar Ministerie daargelaten.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: De inbedding van de taken en verantwoordelijkheden van het Openbaar Ministerie in het nieuwe Wetboek van Strafvordering

De vraag is of de focus op ‘opsporing en vervolging’ in de hedendaagse (en toekomstige) strafrechtpraktijk nog wel zo naadloos aansluit op de kerntaak van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde zoals die is neergelegd in artikel 124 Wet op de rechterlijke organisatie. In het verlengde van die vraag ligt de vraag of de totstandkoming van een nieuw Wetboek van Strafvordering aanleiding zou moeten geven tot (ook) een herbezinning op de inbedding van de taken en verantwoordelijkheden van het Openbaar Ministerie. Die vragen staan in onderhavige bijdrage en in de hierna volgende bijdragen van Mevis en Bonnes centraal. In de onderhavige bijdrage gaat de aandacht uit naar de vraag wat nu (in het heden; en dus vanuit het perspectief van de moderniseringswetgever) tot de kerntaak (tot strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde) moet worden gerekend.

Read More
Print Friendly and PDF ^