Rechtbank Den Haag 11 oktober 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:13678
De verdediging heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken. Daartoe is ten eerste aangevoerd dat verdachte niet de normadressaat is van de meldingsplicht die voortvloeit uit artikel 16 van de Wwft, aangezien zij geen instelling in de zin van artikel 1 van de Wwft is. Ten tweede is aangevoerd dat geen sprake was van objectieve of subjectieve indicatoren die noopten tot het melden van de in de tenlastelegging genoemde transacties. Ten slotte heeft de raadsman betoogd dat verdachte geen opzet heeft gehad op het overtreden van artikel 16 van de Wwft, omdat zij zich niet (goed) bewust was van haar verplichtingen onder de Wwft.
Read More