Verdachte heeft zonder vergunning chloorfluorkoolwaterstof uitgevoerd naar de VAE. Verschillende verschillende strafmatigende omstandigheden leiden tot oplegging voorwaardelijke geldboete.

Rechtbank Overijssel 10 augustus 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:3117

Verdachte heeft in strijd met de EG-Verordening gehandeld door zonder vergunning chloorfluorkoolwaterstof uit te voeren naar de Verenigde Arabische Emiraten.Het uiteindelijke doel van onderhavige Verordening nr. 1005/2009, is het uitbannen van deze stoffen, nu deze een toename van UVB-straling veroorzaken hetgeen een ernstige bedreiging vormt voor de gezondheid van mens en milieu. Door regulering van onder meer de export van deze stoffen wordt getracht deze bedreiging uit te bannen, althans te reduceren.

De vertegenwoordiger van verdachte heeft ter zitting verklaard dat het bedrijf niet bekend was met de handel in ozonlaag afbrekende stoffen en dat het mede daardoor niet op de hoogte was dat er voor de uitvoer van de betreffende partij een vergunningsplicht bestond. Ook zou zij bij de aankoop door de leverancier bedrijf 1 daar niet op zijn gewezen. De rechtbank is echter van oordeel dat een en ander verdachte niet disculpeert. Als ondernemer en speler op de markt mag van verdachte worden verwacht dat als het nieuwe stoffen gaat verhandelen het eigen verantwoordelijkheid neemt en zich op de hoogte stelt van de toepasselijke wettelijke voorschriften.

De rechtbank is van oordeel dat ter norminprenting in beginsel een onvoorwaardelijke boete van € 20.000 passend en geboden is. In verschillende strafmatigende omstandigheden vindt de rechtbank echter aanleiding deze boete geheel voorwaardelijk te doen zijn, met daarbij een proeftijd van twee jaar.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^