Aanbeveling Europese Commissie: geen financiële steun aan ondernemingen met banden met belastingparadijzen of veroordelingen voor ernstige financiële misdrijven
/De Europese Commissie heeft op 14 juli aanbeveling aan de lidstaten gedaan om geen financiële steun te geven aan ondernemingen met banden met landen die op de EU-lijst van rechtsgebieden die niet-coöperatief zijn op belastinggebied staan. Ook zouden er restricties moeten komen voor ondernemingen die zijn veroordeeld voor ernstige financiële misdrijven zoals onder meer financiële fraude, corruptie, het niet betalen van belastingen en sociale premies.
De aanbeveling moet de lidstaten de nodige houvast bieden over de vraag hoe aan financiële steun voorwaarden verbinden die voorkomen dat overheidsmiddelen worden misbruikt, en hoe de garantiemechanismen te versterken tegen fiscaal misbruik in de EU — in overeenstemming met EU-wetgeving. Door de restricties op financiële steun te coördineren zouden de lidstaten ook mismatches en verstoringen binnen de eengemaakte markt kunnen voorkomen.
Uitvoerend vicevoorzitter Margrethe Vestager, belast met het mededingingsbeleid: “We bevinden ons in een ongekende situatie nu in het kader van de uitbraak van het coronavirus uitzonderlijke volumes staatssteun aan ondernemingen worden toegekend. Zeker in deze context is het onacceptabel dat ondernemingen die steun krijgen van de overheid, zich inlaten met belastingontwijking via belastingparadijzen. Dit zou neerkomen op misbruik van het budget van lidstaten en van de EU — ten koste van belastingbetalers en socialezekerheidsstelsels. Samen met de lidstaten willen we ervoor zorgen dat dit niet gebeurt.”
Paolo Gentiloni, commissaris voor Economie: “Rechtvaardigheid en solidariteit zijn de hoekstenen van de herstelinspanningen in de EU. We zitten samen in hetzelfde schuitje en iedereen moet zijn eerlijk deel van de belastingen betalen. Zo kunnen we onze gezamenlijke herstelinspanningen ondersteunen in plaats van die te ondergraven. Wie doelbewust de belastingregels omzeilt of zich met criminele activiteiten inlaat, mag geen voordeel halen uit de systemen waaraan hij zich probeert te onttrekken. We moeten onze publieke middelen beschermen, zodat we wie in de EU eerlijk zijn belastingen betaalt, daadwerkelijk kunnen steunen.”
Het is aan de lidstaten om te beslissen of zij financiële steun verlenen en om de betrokken maatregelen vorm te geven volgens EU-regels — zoals die over staatssteun — en hun beleidsdoelstellingen. De uitbraak van het coronavirus noopte op nationaal niveau en op Unieniveau tot ongekende maatregelen om de economieën van de lidstaten te stutten en hun herstel te ondersteunen. Onderdeel daarvan was aanzienlijke financiële steun om ondernemingen van liquiditeit en kapitaal te voorzien, banen te redden, bevoorradingsketens veilig te stellen en onderzoek en ontwikkeling te bevorderen. In die context hebben diverse lidstaten aangegeven dat ze bereid zijn regels aan te nemen om de toegang tot dit soort steun te beperken voor ondernemingen die belastingen ontwijken via belastingparadijzen of die voor financiële misdrijven zijn veroordeeld. Zij hebben de Commissie om houvast verzocht over hoe zij met dit punt van zorg het beste omgaan.
Met de aanbeveling van vandaag krijgen de lidstaten, in lijn met EU-wetgeving, een sjabloon voor de vraag hoe te beletten dat steun van de overheid wordt gebruikt bij belastingontwijking, belastingontduiking en fiscaal misbruik, bij witwasregelingen of terrorismefinanciering. Met name zou er geen steun van de overheid mogen gaan naar ondernemingen die een band hebben met jurisdicties die op de EU-lijst staan van rechtsgebieden die niet-coöperatief zijn op belastinggebied (bv. indien een onderneming een fiscaal ingezetene van zo'n rechtsgebied is). Mochten lidstaten besluiten om dit soort bepalingen in hun nationale wetgeving op te nemen, dan doet de Commissie suggesties voor een aantal voorwaarden waarvan lidstaten de financiële steun afhankelijk zouden kunnen maken. De EU-lijst van rechtsgebieden die niet-coöperatief zijn op belastinggebied, is het beste vertrekpunt om dergelijk restricties toe te passen. Zo kunnen alle lidstaten coherent optreden en wordt voorkomen dat individuele maatregelen het EU-recht kunnen schenden. Door deze lijst te gebruiken om de restricties toe te passen, komt er voor bedrijven ook meer duidelijkheid en zekerheid.
Tegelijk staat de Commissie klaar om met de lidstaten te overleggen over hun specifieke plannen die ervoor moeten zorgen dat de toekenning van staatssteun, met name in de vorm van herkapitalisaties, beperkt blijft tot ondernemingen die hun eerlijke deel aan belastingen betalen.
Ook doet de Commissie een aanbeveling voor — onder strikte voorwaarden toe te passen — uitzonderingen op deze restricties, die bescherming moeten bieden aan wie eerlijk zijn belastingen betaalt. Zelfs wanneer een onderneming banden heeft met rechtsgebieden die op de EU-lijst staan van rechtsgebieden die niet-coöperatief zijn op belastinggebied, moet zij — onder bepaalde omstandigheden — toch nog toegang tot financiële steun kunnen krijgen. Dit zou bijvoorbeeld het geval kunnen zijn indien een onderneming kan aantonen dat zij over een bepaalde periode (bv. de laatste drie jaar) in de lidstaat afdoende belastingen heeft betaald of indien er sprake is van een reële economische aanwezigheid in het land op de EU-lijst. De lidstaten wordt aangeraden om passende sancties in te voeren die aanvragers moeten ontmoedigen om onjuiste of onnauwkeurige informatie te verschaffen.
Ook zouden de lidstaten overeenstemming kunnen bereiken over redelijke eisen die aan ondernemingen kunnen worden gesteld om aan te tonen dat deze geen banden hebben met een rechtsgebied dat op de EU-lijst staat van rechtsgebieden die niet-coöperatief zijn op belastinggebied. De aanbeveling stelt een aantal beginselen voor dat de lidstaten op dit punt kan helpen.
Ten slotte moeten de lidstaten de Commissie informeren over de maatregelen die zij zullen nemen om de aanbeveling van vandaag na te leven, in overeenstemming met de EU-beginselen inzake behoorlijk bestuur. De Commissie zal binnen drie jaar een verslag over de toepassing van deze aanbeveling uitbrengen.
Bron: Europese Commissie