Accountants Vestia schoten tekort: jaarrekeningen 2009 en 2010 ten onrechte goedgekeurd

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft in hoger beroep uitspraken gedaan inzake klachten tegen twee elkaar opvolgende accountants die de jaarrekeningen van woningcorporatie Vestia goedkeurden. In de jaren 2006 tot en met 2009 kocht en verkocht Vestia in het kader van haar renterisicobeleid rentederivaten van en aan diverse financiële instellingen. Na 2009 vergrootte zij haar derivatenpositie. Begin 2012 was zij door liquiditeitsproblemen niet (meer) in staat aan de met deze derivaten verbonden ‘margin calls’ te voldoen en kwam zij in financiële moeilijkheden. Vestia paste kostprijshedge-accounting toe als waarderings- en verslaggevingsgrondslag voor haar derivatenportefeuille.

Accountant Deloitte evalueerde werkzaamheden van ingeschakelde deskundige onvoldoende

Het CBb heeft de klacht van Vestia tegen de accountant van Deloitte Nederland die haar jaarrekening 2009 controleerde voor een deel alsnog gegrond verklaard omdat de accountant geen deugdelijke grondslag had voor de goedkeurende verklaring die hij afgaf. Zijn controlewerkzaamheden op het punt van de aanvaardbaarheid van kostprijshedge-accounting schoten namelijk tekort. De accountant had weliswaar ten behoeve van dit onderdeel van de controle een derivatendeskundige ingeschakeld, maar evalueerde de werkzaamheden van die deskundige vervolgens onvoldoende. Het CBb vindt dat de accountant daarmee het fundamenteel beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid heeft geschonden en heeft hem de maatregel van waarschuwing opgelegd.

Klachten tegen accountant KPMG al eerder gegrond verklaard in procedure AFM

Wat betreft de klachten van Vestia en de Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie (SOBI) tegen de accountant van KPMG Accountants die de jaarrekening 2010 van Vestia goedkeurde, is het CBb het met de accountantskamer eens dat die klachten al begrepen waren in de door Autoriteit Financiële Markten (AFM) tegen deze accountant ingediende klacht over de gebrekkige planning en uitvoering van de controlewerkzaamheden. In de uitspraak in die zaak heeft de accountantskamer geoordeeld dat de controle aangaande de verwerking van de derivaten in de jaarrekening niet afdoende had plaatsgehad, waardoor een goedkeurende accountantsverklaring zonder deugdelijke grondslag was afgegeven. Deze uitspraak is niet in hoger beroep ter beoordeling voorgelegd aan het CBb en is daarom onherroepelijk geworden.

Wijze van beoordeling van klacht Vestia door accountantskamer juist

De door Vestia aan haar klacht ten grondslag gelegde stelling dat de in de jaarrekening 2010 opgenomen derivaten en de daaraan verbonden resultaten en risico’s onjuist en in strijd met de daarvoor geldende regelgeving zijn verwerkt, is volgens het CBb terecht niet door de accountantskamer beoordeeld. De tuchtrechter kan zich hier beperken tot de vraag of een deugdelijke grondslag bestond voor de goedkeurende verklaring en behoeft geen werkzaamheden uit te voeren die neerkomen op het alsnog zelf controleren van de jaarrekening. Voor een zwaardere maatregel dan berisping ziet het CBb geen aanleiding. Verwezen is naar de uitspraak van de accountantskamer waarin bij het bepalen van de zwaarte van de maatregel onder meer rekening is gehouden met het nadeel dat de accountant als gevolg van de publiciteit in de media over deze zaak heeft ondervonden.

Lees hier de volledige uitspraken:

Print Friendly and PDF ^