Advies Afdeling over Wetsvoorstel verplicht stellen van een vertrouwenspersoon: verplichting voor alle werkgevers (met name in midden- en kleinbedrijf) niet noodzakelijk
/Op 7 oktober 2020 heeft Tweede Kamerlid Renkema (GroenLinks) het wetsvoorstel tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met het verplicht stellen van een vertrouwenspersoon ingediend. Het wetsvoorstel beoogt een wettelijk recht op toegang tot een vertrouwenspersoon in te voeren en de positie van de vertrouwenspersoon in de organisatie te versterken.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft in december 2020 advies uitgebracht over dit initiatiefwetsvoorstel. Het wetsvoorstel is nu overgenomen door Tweede Kamerlid Maatoug. Op 26 januari 2022 is het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden.
Inhoud van het wetsvoorstel
Met het wetsvoorstel wil de initiatiefnemer iedere werknemer een recht op toegang tot een vertrouwenspersoon geven. Om die reden verplicht het voorstel werkgevers in de Arbowet om een vertrouwenspersoon aan te stellen. Daarnaast wil de initiatiefnemer de rechtspositie van de vertrouwenspersoon in organisaties versterken. Het voorstel zou eraan bij moeten dragen ongewenst gedrag op de werkvloer terug te dringen en een veilige werkomgeving te creëren voor alle werknemers.
Nut en noodzaak
De Afdeling advisering onderschrijft het belang van het tegengaan van ongewenste omgangsvormen en psychosociale arbeidsbelasting op de werkvloer. Inzet van een vertrouwenspersoon kan hieraan bijdragen. Het is echter in eerste instantie aan de sociale partners om te bepalen welke middelen zij geschikt vinden om in te zetten tegen psychosociale arbeidsbelasting, en hier eventueel afspraken over te maken in cao’s en arbocatalogi. Bovendien is de aanstelling van een vertrouwenspersoon niet voor alle typen organisaties een noodzakelijk middel. Dit geldt in het bijzonder voor een deel van het midden- en kleinbedrijf. Een wettelijke verplichting voor het gebruik van dit instrument is daarom niet geschikt. Te meer omdat het uitgangspunt van de Arbowet is om doelen voor te schrijven en niet de middelen om deze te bereiken.
Overige opmerkingen
Daarnaast levert het voorstel een verhoging op van de lasten voor met name kleine werkgevers. Deze organisaties hebben vaak niet de financiële middelen om externe diensten in te kopen als ondersteuning voor het arbobeleid. Het is onduidelijk wat het aanstellen van een vertrouwenspersoon precies kost.
Verder is onduidelijk hoe de Inspectie SZW het voorstel kan handhaven als het gaat om de inhoudelijke eisen aan het functioneren van vertrouwenspersonen. Ook is de vraag of de Inspectie extra middelen nodig heeft voor uitvoering van deze taak of minder inzet moet plegen op andere taken.
Ten slotte is ook het vastleggen van de rechtsbescherming van vertrouwenspersonen in eerste instantie aan sociale partners. Hierover kunnen ook in cao’s en arbocatalogi afspraken worden gemaakt. De sociale partners hebben geen signalen gegeven dat een wettelijke regeling noodzakelijk is.