Advies AG Spronken: verdachte heeft recht op advocaat tijdens politieverhoor
/Advocaat-generaal Spronken heeft de Hoge Raad op 26 november 2013 geadviseerd te bepalen dat de verdachte recht heeft op bijstand van een raadsman tijdens het politieverhoor.
Het gaat om een zaak waarin een Amerikaanse piloot die verdacht werd van het in bezit zijn van een vals paspoort, geen bijstand heeft gekregen van een advocaat tijdens het politieverhoor hoewel hij daarom had gevraagd.
De advocaat-generaal heeft eerst een overzicht gegeven van de consequenties die de Hoge Raad heeft verbonden aan de jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in navolging van de zaak Salduz. De Hoge Raad heeft in zijn jurisprudentie tot nu toe bepaald dat uit de Straatsburgse rechtspraak een recht voortvloeit om voorafgaand aan het verhoor een advocaat te consulteren. Een volwassen verdachte kan hieraan echter niet het recht ontlenen dat een advocaat de politieverhoren ook bijwoont.
De advocaat-generaal is van oordeel dat de Hoge Raad dit uitgangspunt zou moeten herzien. Zij bepleit dit op grond van een recente uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak van Navone e.a. tegen Monaco (EHRM 24 oktober 2013, nrs. 62880/11, 62892/11, 62899/11) waarin het Europese Hof heeft bepaald dat naast een recht op consultatie van een advocaat, de verdachte ook het recht moet hebben op bijstand van een advocaat tijdens de politieverhoren. Daarnaast is op 22 oktober 2013 door de Europese Unie een richtlijn (Richtlijn 2013/48/EU, PB L 294/1) aangenomen waarin expliciet het recht van de verdachte op rechtsbijstand tijdens het politieverhoor is opgenomen. De Franse en Engelse hoogste rechterlijke instanties hebben reeds bepaald dat op grond van de Salduz zaak de advocaat moet worden toegelaten tot het politieverhoor en in België is dit inmiddels wettelijk ingevoerd. Nederland en Ierland zijn nog de enige EU-lidstaten waarin dit recht niet is gerealiseerd.
Een conclusie is een rechtsgeleerd advies aan de Hoge Raad. De advocaat-generaal is lid van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.
Het parket bij de Hoge Raad kan zich over een door de Hoge Raad te beoordelen zaak niet anders uitlaten dan in het kader van de conclusie en is dan ook niet in de gelegenheid tot het geven van nader commentaar.
De Hoge Raad doet naar verwachting op 28 januari 2014 uitspraak in deze zaak.
Lees hier de volledige conclusie.