Advies Raad van State Tijdelijke wet onderzoeken AVID en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma
/De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 22 juni 2022 haar advies vastgesteld over het voorstel voor de Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma.
Inhoud van het wetsvoorstel
In het wetsvoorstel wordt tijdelijk van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv 2017) afgeweken. De Wiv 2017 wordt door de AIVD en MIVD als belemmerend ervaren bij onderzoeken naar landen met een offensief cyberprogramma. Het doel van het voorstel is om meer operationele snelheid en wendbaarheid mogelijk te maken, terwijl het niveau van toezicht gelijk blijft. Het voorstel verruimt daarvoor de inzetmogelijkheden van enkele cyberbevoegdheden, brengt verschuivingen aan in het stelsel van toezicht en creëert voor geschillen tussen de minister(s) en de toezichthouder(s) een beroepsprocedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Noodzaak en balans
De Afdeling advisering vindt dat overtuigend is toegelicht dat het noodzakelijk is om de knelpunten in de Wiv 2017 op korte termijn te adresseren. Daarbij is van belang dat het gaat om een tijdelijke wet die specifiek is gericht op de serieuze dreiging die uitgaat van landen met een offensief cyberprogramma. Wel acht de Afdeling advisering meer waarborgen in het wetsvoorstel noodzakelijk. Daarbij moet een balans worden gevonden tussen de bescherming van de nationale veiligheid en de bescherming van grondrechten. Met het oog op die noodzakelijke balans is de Afdeling advisering van oordeel dat de wettelijke waarborgen op een aantal punten moeten worden versterkt.
Verruiming bevoegdheden
Op basis van de Wiv 2017 mogen de diensten onderzoeksopdrachtgericht communicatie van de kabel intercepteren. Het voorstel voegt daar de bevoegdheid aan toe om vooraf ongericht de kabel te verkennen. Het doel hiervan is de interceptie gerichter in te zetten. Gelet op de knelpunten in de praktijk en de in het voorstel opgenomen waarborgen vindt de Afdeling advisering deze verruiming begrijpelijk. Wel adviseert zij in het voorstel een zo kort mogelijke bewaartermijn op te nemen. Ook adviseert zij in het voorstel vast te leggen dat gegevens die zijn verkregen met het verkennen van de kabel niet mogen worden uitgewisseld met buitenlandse diensten.
Verschuivingen in het toezicht en de nieuwe beroepsprocedure
Door de verschuivingen in het toezicht kan de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) minder goed toezicht houden voorafgaand aan de inzet van enkele specifieke cyberbevoegdheden. Dit wordt volgens de Afdeling advisering in voldoende mate gecompenseerd door het voorgestelde bindende toezicht van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) tijdens en na de inzet van deze bevoegdheden. De beroepsprocedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kan daarnaast bijdragen aan de goede balans tussen de bescherming van de nationale veiligheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De Afdeling advisering wijst er wel op dat deze beroepsprocedure slechts bij uitzondering zou moeten worden aangewend.
Complexiteit van het stelsel
Tot slot is het geen gegeven dat met de voorgestelde maatregelen de beoogde operationele snelheid en wendbaarheid zal worden bereikt. Het stelsel van toezicht wordt door het voorstel ingewikkelder en zal, met name tijdens en na de inzet van bevoegdheden, veel extra inspanning vragen. Het succes van het voorgestelde stelsel hangt bovendien in sterke mate af van de bereidheid van de betrokken instanties tot rolvaste en constructieve samenwerking. De Afdeling advisering vindt het dan ook van groot belang dat de ervaringen met de voorgestelde maatregelen worden gemonitord. De effecten van het voorstel op de operationele wendbaarheid én op de bescherming van grondrechten moeten vervolgens worden betrokken bij de totstandkoming van de voorgenomen brede wijziging van de Wiv 2017.