Afdeling bestuursrechtspraak vraagt conclusie over gevolg van geslaagd beroep op vertrouwensbeginsel
/De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft een zogenoemde conclusie gevraagd aan staatsraad advocaat-generaal Snijders. Ze wil van de staatsraad advocaat-generaal weten welke gevolgen een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel kan hebben. Het gaat dan specifiek om gevallen waarin het bestuursorgaan ondanks het gewekte vertrouwen aan andere, zwaarder wegende belangen voorrang geeft en er voor het bestuursorgaan een verplichting kan ontstaan om schade te vergoeden aan degene bij wie het vertrouwen is gewekt.
Aanleiding
Aanleiding voor het vragen van de conclusie is een rechtszaak die bij de Afdeling bestuursrechtspraak speelt over het intrekken van een vergunning voor het bouwen van een rijhal in Nieuw Bergen (Limburg). In 2002 heeft het college van burgemeester en wethouders een vergunning verleend voor een rijhal. In 2017 kocht een man het perceel nadat hij naar de status van de vergunning uit 2002 had gevraagd. Tussen oktober 2019 en juni 2020 is de rijhal gebouwd, maar het gemeentebestuur besloot kort daarna de vergunning alsnog in te trekken. De rechtbank Limburg oordeelde in februari 2023 dat de eigenaar er gerechtvaardigd op heeft vertrouwd dat hij op basis van de vergunning de rijhal mocht bouwen en gebruiken en dat hij er dus ook op mocht vertrouwen dat de vergunning niet zou worden ingetrokken. De eigenaar heeft ook een schadeberekening ingediend. De rechtbank vindt dat het gemeentebestuur de te verwachten schade als gevolg van het schenden van het gewekte vertrouwen niet in zijn belangenafweging heeft betrokken. Het gemeentebestuur is tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Ook de eigenaar heeft hoger beroep ingesteld.
Verzoek aan de staatsraad advocaat-generaal
Het is niet de eerste keer dat de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak een conclusie aan de staatsraad advocaat-generaal vraagt over het vertrouwensbeginsel. Een eerdere conclusie leidde in mei 2019 tot een uitspraak over het vertrouwensbeginsel in het omgevingsrecht. In deze uitspraak is een stappenplan uiteengezet. Stap 1. is dat er een toezegging moet zijn gedaan. In stap 2. komt de vraag aan de orde of de toezegging kan worden toegerekend aan bestuursorgaan en in de stap 3. gaat het om de gevolgen van een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel. Over de derde stap vraagt de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak nu een conclusie aan de staatsraad advocaat-generaal ten behoeve van de rechtsontwikkeling.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak vraagt staatsraad advocaat-generaal Snijders in zijn conclusie in te gaan op:
De mogelijke normatieve grondslagen voor vergoeding van schade;
de wijze waarop de omvang van deze schade moet worden bepaald;
de wijze waarop de vergoedbaarheid van deze schade moet worden bepaald en welke normatieve afwegingen en gezichtspunten daarbij een rol kunnen spelen.
Wat is een conclusie en wat is het nut ervan?
Een conclusie is een juridisch advies aan de Afdeling bestuursrechtspraak en draagt bij aan de rechtsontwikkeling. Een staatsraad advocaat-generaal kan in een conclusie een rechtsvraag in een bredere maatschappelijke, juridische en internationale context plaatsen, de stand van de rechtspraak evalueren en aanbevelingen doen om bestaande rechtspraak te nuanceren of bij te stellen. De mogelijkheid voor de bestuursrechter om een conclusie te vragen bestaat sinds 2013 en wordt door de Afdeling bestuursrechtspraak sindsdien regelmatig gebruikt. Een overzicht van alle conclusies is opgenomen in een overzicht op de website van de Raad van State.
Verdere verloop van de procedure
Een grote kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak behandelt deze rechtszaak met nummer 202301857/1 op dinsdag 11 juni 2024 op een zitting.