Afwijzing ontnemingsvordering ivm vrijspraak (ontbreken wettig en overtuigend bewijs) diefstal/verduistering
/Rechtbank Oost-Brabant 27 mei 2016, ECLI:NL:RBOBR:2016:2709 De vordering van de officier van justitie d.d. 13 april 2016 strekt tot het opleggen van de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 85.686 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
Gelet op de omstandigheid dat verdachte bij vonnis is vrijgesproken van hetgeen hem ten laste werd gelegd in verband met het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs voor zijn betrokkenheid bij de verduistering en/of diefstal, kan hem ter zake daarvan niet de verplichting worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.
Lees hier de volledige uitspraak.