Antwoorden Kamervragen: In toekomst vaker onderzoek door verdachte bedrijven zelf ingehuurde professionals
/Op 6 maart 2020 zijn door Tweede Kamerleden Van Nispen (SP) en Groothuizen (D66) kamervragen gesteld over de betrouwbaarheid en volledigheid van zelfonderzoek door eigen advocaten van bedrijven. Op 8 april 2020 heeft Grapperhaus de beantwoording van deze vragen verzonden aan de Kamer.
Kader ‘zelfonderzoek’
Het Openbaar Ministerie (OM) schrijft bedrijven geen specifiek kader voor zelfonderzoek voor. De waarde die aan een dergelijk zelfstandig onderzoek wordt gehecht is afhankelijk van de mate waarin deze onderzoeken voldoende 1) diepgaand, 2) volledig en 3) juist zijn. Hiervoor dient het onderzoek inzichtelijk en toetsbaar te worden gepresenteerd. Bij de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) worden de door de verdachten aangeleverde onderzoeksresultaten daarop ook altijd gecontroleerd en door het OM vervolgens geverifieerd.
Voor het OM moet duidelijk zijn op welke manier de FIOD een zelfstandig onderzoek heeft gecontroleerd op voldoende diepgang, volledigheid en juistheid. Tussen de FIOD en het OM bestaan hierover goede werkafspraken.
Verder is en blijft het OM verantwoordelijk voor een strafrechtelijk onderzoek en beslist over het inzetten van strafvorderlijke bevoegdheden en over de vervolging. Voorts dienen, als (eigen) advocaten worden ingeschakeld voor zelfstandige onderzoeken, zij zich te houden aan de voor hen geldende beroeps- en gedragsregels, zoals onder andere neergelegd in de kernwaarden genoemd in artikel 10a van de Advocatenwet. Zo dienen zij bij het uitvoeren van het onderzoek voldoende onafhankelijkheid te betrachten ten opzichte van hun opdrachtgever. De naleving van deze regels wordt geborgd door het voor de beroepsgroep geldende tuchtrecht.
Aantallen en onwenselijke effecten
Het aantal strafrechtelijke onderzoekszaken waarbij zelfstandige onderzoeken zijn aangedragen en in hoeveel gevallen dit heeft geleid tot strafvermindering, worden niet als zodanig geregistreerd bij het OM. Leidend is het aantal strafrechtelijke onderzoeken, een zelfonderzoek wordt daarin meegenomen. Nu een zelfstandig onderzoek door de verdachte zelf altijd door de FIOD wordt gecontroleerd en door het OM wordt geverifieerd, wordt zicht gehouden op eventueel onwenselijke effecten.
Het OM wil in de toekomst vaker gebruik maken van onafhankelijk onderzoek door professionals, waaronder advocaten of (forensisch) accountants, die door verdachte bedrijven zelf zijn ingehuurd, waarbij voornoemde randvoorwaarden te allen tijde in acht dienen te worden genomen.
Risico’s & partijdigheid
De afweging om wel of niet (eigen) advocaten in te schakelen ten behoeve van een zelfstandig onderzoek is aan bedrijven zelf. Gelet op de randvoorwaarden waaraan dergelijke onderzoeken door (eigen) advocaten dienen te voldoen, is de minister van mening dat de eventueel onwenselijke risico’s aan dit soort onderzoeken in voldoende mate worden gemitigeerd.
Strafvermindering?
De mate en manier van “meewerken” kan verschillen. De hoogte van de strafeis van het OM voor een verdachte is daarom altijd afhankelijk van alle feiten en omstandigheden van het geval. Indien een verdachte meewerkt in een strafproces is dat een omstandigheid die door het OM in de regel positief wordt meegewogen bij het bepalen van de strafeis. Die afweging kan ook plaatsvinden bij een zelfstandig onderzoek zolang het onderzoek voldoende diepgang heeft en juist en volledig is. Wanneer een strafzaak aan de rechter wordt voorgelegd beslist de rechter over eventuele strafverminderende (of -verzwarende) omstandigheden.
Bron: Antwoorden Kamervragen over zelfonderzoek door eigen advocaten van bedrijven