Antwoorden op Kamervragen over spanningen bij toepassing Wwft

Minister Hoekstra (Financiën) heeft antwoord gegeven op Kamervragen over spanningen bij de toepassing van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft).

Hoekstra gaat onder meer in op coffeeshops, de geheimhoudingsplicht van notarissen en advocaten en het afscheid nemen van klanten door Wwft-instellingen.

Het Tweede Kamerlid Grinwis (CU) had deze vragen gesteld.

Geheimhoudingsplicht

Vraag 8

Kunt u aangeven hoe in geval van een botsing tussen de regels over de wettelijke geheimhoudingsplicht van notarissen en advocaten en de eisen die nationale en internationale toezichthouders stellen aan banken in het kader van het transactieverkeer op derdengeldenrekeningen, de toepassing van de Wwft moet worden ingevuld door betrokkenen?

Antwoord vraag 8

Ik ben bekend met de kwestie rond de geheimhoudingsplicht van notarissen in relatie tot de verplichtingen die voor banken gelden op grond van de Wwft. Notarissen kennen een geheimhoudingsplicht op basis van de Wet op het notarisambt. Deze geheimhoudingsplicht betekent dat zij geen informatie mogen verstrekken over hun cliënten, ook niet aan financiële instellingen. Wel dienen zij op grond van de Wwft ongebruikelijke transacties te melden. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) heeft de minister van Justitie en Veiligheid en de minister voor Rechtsbescherming een brief gezonden over de spanning die kan ontstaan tussen beide wettelijke vereisten en ik heb hiervan een afschrift ontvangen. Op dit moment wordt in samenspraak tussen de ministeries van Justitie en Veiligheid en van Financiën, de KNB en de NVB alsook de toezichthouders DNB en Bureau Financieel Toezicht (BFT) de aard en omvang van deze problematiek geanalyseerd, evenals mogelijke oplossingen. Dit vergt onder meer een gedegen juridische analyse, omdat de verplichting tot het doen van adequaat cliëntenonderzoek door banken en de geheimhoudingsplicht van notarissen conflicterende juridische normen met zich meebrengen. Wij zullen uw Kamer nader informeren wanneer met de betrokken partijen tot conclusies in deze kwestie is gekomen.

Coffeeshops

Antwoord vragen 5 en 6

Het uitgangspunt bij het verstrekken van een betaalrekening is dat een financiële instelling op grond van het beginsel van contractsvrijheid zelf mag bepalen met wie zij een betaalrekening aangaat en onder welke voorwaarden zij dat wil. Contractsvrijheid is echter niet onbegrensd. De vrijheid wordt bijvoorbeeld beperkt door de bijzondere zorgplicht die banken in het maatschappelijk verkeer vervullen.3 Een bankrekening is in deze tijd immers nodig om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. De rechter kan bij het toetsen van een geval waarbij een bank weigert een betaalrekening te verstrekken, dan wel een betaalrekening sluit, de redelijkheid en billijkheid in aanmerking nemen en beoordelen of er in strijd met de op een bank rustende zorgplicht wordt gehandeld. Hierbij kan de rechter de omstandigheden van het geval in overweging nemen, zoals het feit dat coffeeshops onder het gedoogbeleid vallen. Op grond van artikel 43, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht vormt het uitvoering geven aan een ambtelijk gegeven bevel een strafuitsluitingsgrond. Het is uiteindelijk aan de rechter om te oordelen of er sprake is van een misdrijf op grond van overtreding van de Wwft of dat er sprake is van een strafuitsluitingsgrond.

Afscheid nemen

Vraag 12

In hoeverre mag van Wwft-instellingen worden verwacht dat zij afscheid nemen van klanten als deze klanten zelf ook rechtstreeks onder toezicht staan van wettelijke Wwft-toezichthouders?

Antwoord vraag 12

Uit de Wwft volgt rechtstreeks dat onder bepaalde voorwaarden afscheid moet worden genomen van cliënten. De Wwft maakt geen onderscheid tussen cliënten die zelf wel of niet gehouden zijn aan de Wwft. Elke Wwft-plichtige instelling maakt een afzonderlijke beoordeling, en dat geldt ook voor instellingen of personen die zelf onder Wwft-toezicht staan.

Antwoord vragen 15 tot en met 19 en vraag 23

Ik constateer dat de toegenomen aandacht voor het voorkomen van witwassen kan betekenen dat sectoren en klantgroepen worden geconfronteerd met strengere eisen vanuit banken dan voorheen. Ik vind het belangrijk dat deze eisen niet tot maatschappelijke onwenselijke situaties leiden en personen onterecht de toegang tot het betalingsverkeer wordt ontzegd.

De Wwft kent als uitgangspunt een risicogebaseerde aanpak en verplicht juist tot het maken van een individuele risicobeoordeling. Iedere situatie dient dus afzonderlijk beoordeeld te worden en nooit voor hele klantengroepen.

Uw Kamer heb ik eerder bericht dat onwenselijke gevolgen van de Wwft voor bedrijven en burgers mijn aandacht hebben. Zoals eerder aangegeven blijf ik met de banken, De Nederlandsche Bank en de betreffende sectoren in gesprek om vast te stellen welke maatregelen effectief en proportioneel zijn om de risico’s op witwassen te mitigeren.

Het is van belang dat ook klanten zich inspannen om de risico’s op witwassen en terrorismefinanciering zo klein mogelijk te maken en zo het doel van de Wwft te bereiken.

Lees meer:

Print Friendly and PDF ^