Art. 588a Sv toezending opgegeven adres

Hoge Raad 18 september 2012, LJN BX4497 De Enkelvoudige Kamer van het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft bij arrest verdachte bij verstek veroordeeld wegens het "als bestuurder van een motorrijtuig daarmede op een weg rijden zonder dat er voor dat motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen is gesloten en in stand gehouden".

Het middel behelst de klacht dat het Hof ten onrechte niet heeft onderzocht of de appeldagvaarding geldig was uitgebracht, althans ten onrechte de behandeling van het hoger beroep niet heeft aangehouden, althans ontoereikend heeft gemotiveerd waarom nietigheid van de appeldagvaarding of aanhouding achterwege kon blijven.

De stukken van het geding houden het volgende in:

  1. Nadat de inleidende dagvaarding overeenkomstig art. 588, derde lid onder c, Sv in verbinding met art. 3 Besluit kennisgeving gerechtelijke mededelingen is uitgereikt aan de griffier, is de verdachte bij vonnis van 2 december 2009 bij verstek door de Kantonrechter veroordeeld.
  2. Namens de verdachte heeft betrokkene 1, ambtenaar ter griffie van de Rechtbank Rotterdam, op 8 maart 2010 hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. De appelakte vermeldt als adres van de verdachte a-straat 1 A in plaats C.
  3. De aan de akte rechtsmiddel gehechte schriftelijke bijzondere volmacht van de verdachte zoals bedoeld in art. 450, eerste lid onder b, Sv vermeldt als adres van de verdachte b-straat 1 B in plaats C.
  4. De dagvaarding van de verdachte in hoger beroep om te verschijnen op de terechtzitting van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 21 juli 2010 is op 20 april 2010 tevergeefs aangeboden op het adres a-straat 1 A in plaats C en vervolgens - na niet te zijn afgehaald op het postkantoor - op 4 mei 2010 uitgereikt aan de griffier van de Rechtbank te 's-Gravenhage, waarbij is voldaan aan de vijf-dagentermijn. Bovendien is op 4 mei 2010 een afschrift van de dagvaarding verzonden naar het GBA-adres van de verdachte.
  5. Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 21 juli 2010 vermeldt als adres van de verdachte a-straat 1 A in plaats C. Dit proces-verbaal houdt voorts in dat de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen en dat het Hof verstek tegen hem heeft verleend. Vervolgens heeft de behandeling van de zaak plaatsgevonden en is de verdachte bij arrest van diezelfde datum veroordeeld.

Hoge Raad

De vermelding van het adres b-straat 1 B te plaats C in de genoemde volmacht kan bezwaarlijk anders worden verstaan dan als de opgave van een adres in de zin van art. 588a, eerste lid aanhef onder c, Sv waaraan mededelingen over de strafzaak kunnen worden toegezonden. Gelet daarop mag de omstandigheid dat de vermelding van dit adres in de ter griffie opgemaakte appelakte achterwege is gebleven, niet ten nadele van de verdachte strekken.

Uit de stukken van het geding kan niet blijken dat een afschrift van de appeldagvaarding aan dit adres is toegezonden, zodat ervan moet worden uitgegaan dat dit niet is geschied. Evenmin houden de stukken iets in waaruit kan volgen dat die verzending ingevolge het derde lid van art. 588a Sv achterwege kon blijven. Daarom had het Hof ervan blijk moeten geven te hebben onderzocht of er reden was het onderzoek ter terechtzitting te schorsen teneinde de verdachte in de gelegenheid te stellen alsnog bij het onderzoek op de terechtzitting tegenwoordig te zijn. Van een zodanig onderzoek blijkt niet. Dat verzuim leidt tot nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep en de naar aanleiding daarvan gegeven uitspraak.

De klacht is gegrond.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^