Artikel 225 Sr, het onjuiste aangiftebiljet en het pleitbare standpunt in het fiscale strafrecht

In de zaak die leidde tot HR 3 oktober 2017 had mijnheer X verzuimd zijn aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2007 te doen. In vervolg daarop legde de belastingdienst hem een ambtshalve vastgestelde (een op een schatting gebaseerde) belastingaanslag op. Tegen deze aanslag diende de adviseur, de verdachte in deze zaak, namens de heer X een bezwaarschrift in. Ter motivering van het bezwaar was bij het bezwaarschrift alsnog een ingevuld aangiftebiljet over het jaar 2007 gevoegd. In dit aangiftebiljet stond echter ten onrechte niet vermeld dat de heer X in 2007 looninkomsten had genoten.

Dit onjuiste aangiftebiljet vormde de aanleiding voor de strafrechtelijke vervolging van de adviseur van de heer X. Maar over welk strafbaar feit praten we dan? Op deze vraag is de strafkamer van de Hoge Raad in dit arrest nader ingegaan, hoewel een definitief antwoord is uitgebleven. In deze noot besteed de auteur hier eerst aandacht aan. Vervolgens bespreekt zij de overwegingen van de strafkamer van de Hoge Raad naar aanleiding van het pleitbaar standpuntverweer van de verdediging. Dit verweer kwam erop neer dat het niet opgeven van de looninkomsten was gebaseerd op een fiscaal houdbaar standpunt. En een dergelijk pleitbaar standpunt zou, aldus de verdediging, aan bestraffing in de weg moeten staan.

Lees verder:

 

 

Print Friendly and PDF ^