Artikel: Arbitrage, afstand van recht en artikel 6 EVRM
/In onder meer Zwitserland, België en Frankrijk kunnen partijen onder voorwaarden een zogenoemde ‘uitsluitingsovereenkomst’ sluiten. Door middel van een dergelijke overeenkomst doen partijen op voorhand afstand van het recht tot aantasting van een arbitraal vonnis door de overheidsrechter. Het is de vraag in hoeverre de uitsluitingsovereenkomst verenigbaar is met art. 6 EVRM.
De zaak Tabbane roept vragen op over de precieze verhouding tussen vrijwillige arbitrage en het EVRM. Blijkens de jurisprudentie van het EHRM dient een overeenkomst tot arbitrage niet noodzakelijkerwijs te worden gezien als een afstand van alle rechten beschermd door art. 6 EVRM. Wat geldt echter indien partijen de vordering tot vernietiging contractueel hebben uitgesloten? Kunnen zij in dat geval wel worden geacht afstand te hebben gedaan van al hun rechten onder art. 6 EVRM? En hoever reikt de verantwoordelijkheid van staten voor de gang van zaken tijdens een particuliere geschilbeslechtingsprocedure? Om meer inzicht in deze vragen te krijgen, wordt de uitspraak Tabbane in dit artikel geanalyseerd. Eerst worden de feiten van deze uitspraak kort besproken en eerdere jurisprudentie van het EHRM en literatuur over de verhouding tussen arbitrage en art. 6 EVRM wordt belicht.
Lees verder:
- Arbitrage, afstand van recht en artikel 6 EVRM door M.W. Knigge & P.L.F. Ribbers in Tijdschrift voor Arbitrage nr. 2, 2017