Artikel: De rechtspositie van de raadsman tijdens het politieverhoor

Op 27 november 2018 heeft het EHRM in de zaak Soytemiz/Turkije een opvallend arrest gewezen met betrekking tot de invulling van het recht op verhoorbijstand. Het EHRM oordeelt dat het recht op verhoorbijstand niet enkel de aanwezigheid van de raadsman bij het politieverhoor inhoudt, maar spreekt met zoveel woorden uit dat het de raadsman dient te worden toegestaan zich actief in de verdediging op te stellen. In Nederland is de rechtspositie van de raadsman tijdens het politieverhoor hoofdzakelijk neergelegd in het Besluit inrichting en orde politieverhoor (hierna: het Besluit). Hierin is bepaald dat de raadsman alleen direct na aanvang en direct voor afloop van het politieverhoor bevoegd is om opmerkingen te maken of vragen te stellen. Gedurende het verhoor kan – volgens het Besluit – de raadsman de verhorend ambtenaar erop opmerkzaam maken dat de verdachte een hem gestelde vraag niet begrijpt, dat de verhorend ambtenaar het pressieverbod niet in acht neemt en dat de fysieke of psychische toestand van de verdachte zodanig is dat deze een verantwoorde voortzetting van het verhoor verhindert. De recente jurisprudentie van het EHRM maakt de vraag of de in het Besluit inrichting en orde politieverhoor neergelegde rechtspositie van de raadsman tijdens het politieverhoor in Nederland niet te beperkt is uitgelegd, weer actueel. Met andere woorden: is het Besluit (nog) wel EHRM-proof?

Eerder is door Dieben en Van ’t Hullenaar ingegaan op (de temporele reikwijdte van) het recht op verhoorbijstand in Nederland. In dit artikel spitsen de auteurs zich toe op de rechtspositie van de raadsman tijdens het politieverhoor. Daartoe wordt eerst het geldend wettelijk kader uiteengezet, waarbij in het bijzonder het Besluit wordt besproken (par. 2). Daarna wordt aandacht besteed aan de invulling die het EHRM geeft aan het recht op rechtsbijstand, zoals dat voortvloeit uit artikel 6 EVRM (par. 3). Vervolgens wordt een vergelijking gemaakt tussen de rechtspositie die de raadsman heeft volgens het Besluit en de rechtspositie zoals het EHRM die heeft ingevuld (par. 4). Het artikel wordt afgesloten met een conclusie (par. 5).

Lees verder:


Print Friendly and PDF ^