Artikel: Het afdwingen van medewerking aan een toezichthouder in het algemeen bestuursrecht

Van 17 januari 2018 tot 18 mei 2018 werd het voorontwerp ‘Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht’ in consultatie gegeven. Met de voorgenomen wetswijziging wordt beoogd een aantal belangrijke wetswijzigingen onderling en meer in het bijzonder op de Algemene wet bestuursrecht af te stemmen. Onderdeel daarvan is het voorstel om de Awb-regeling van de medewerking aan een toezichthouder in art. 5:20 Awb aan te vullen met de bevoegdheid om een last onder bestuursdwang (of last onder dwangsom) op te leggen om deze medewerkingsplicht af te dwingen. Met de voorgestelde regeling lijkt ook een leemte te worden ingevuld. De algemene bestuursdwangbevoegdheid van de bestuursorganen van gemeente, provincie of waterschap kan immers niet worden gebruikt om de medewerking aan een toezichthouder af te dwingen.

Zoals dat eerder ook al bij andere handhavingsbevoegdheden gebeurde, denk bijvoorbeeld aan de introductie van de last onder dwangsom in de Awb, wordt nu ook het afdwingen van medewerking naar het algemeen bestuursrecht getild. In de toelichting bij dit voornemen wijst de regering erop dat de bestuursrechtelijke handhaving sinds 1998 een hoge vlucht heeft genomen. De bestuursrechtelijke handhaving van de medewerkingsplicht is daarvan een onderdeel. De bevoegdheid om een bestuurlijke sanctie op te leggen wegens overtreding van de medewerkingsplicht is wijdverbreid: veel bestuursorganen hebben de bevoegdheid gekregen om een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op te leggen, en zelfs ook een bestuurlijke boete. Daarom is volgens de opsteller van het wetsontwerp de tijd nu rijp voor een algemene regeling van dit onderwerp in de Awb.

Het vervolg van deze bijdrage bestaat uit drie delen. Eerst beschrijf ik de wetgeving en het wetgevingsbeleid waarmee andere sancties (en maatregelen) zijn opgenomen voor overtreding van de medewerkingsplicht in art 6. 5:20 lid 1 Awb dan bestraffing als misdrijf in art. 184 Sr, de al sinds jaar en dag voor niet-medewerking aan een toezichthouder bestaande strafrechtelijke sanctiebevoegdheid. Vervolgens analyseer ik de rechtspraak die zich inmiddels gevormd heeft over bestuurlijke sancties om de medewerkingsplicht af te dwingen. Daarvan maakt uiteraard de vraag deel uit of de voorgestelde bepaling in overeenstemming is met het zwijgrecht en het nemo tenetur-beginsel, en of de met een herstelsanctie afgedwongen medewerking verkregen informatie kan worden gebruikt voor bewijs voor het opleggen van bestraffende sancties. Vervolgens bespreek ik de voorgestelde regeling. Ten slotte kom ik tot een evaluatie van de voorgestelde bepaling, en aanbevelingen.

Lees verder:


Print Friendly and PDF ^