'Finfluencers' beboet door AFM wegens samenwerken met illegale vermogensbeheerder Grinta Invest

Grinta Invest was een illegale vermogensbeheerder. Twee ‘finfluencer’ hebben deze illegale partij gepromoot via een website en beleggers aangebracht. Zij maakten zich zo schuldig aan het medeplegen van illegaal vermogensbeheer. Mede door het promoten en aanbrengen door deze personen zijn beleggers ingestapt en kon Grinta Invest er met hun geld vandoor gaan. De AFM heeft in november 2021 gewaarschuwd tegen Grinta Invest. De AFM legt boetes op van €544.000 resp. €256.000.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: De redelijke termijn in het strafrecht en het bestraffende bestuursrecht: ongerechtvaardigde verschillen?

In deze bijdrage staat de redelijke termijn uit artikel 6, eerste lid, EVRM centraal. Deze redelijke termijn is zowel van toepassing in het strafrecht als in het bestraffende bestuursrecht. Wat als redelijke termijn moet worden beschouwd, ligt aan de context, waarbij de beslissing uiteindelijk bij de rechter ligt. Op het eerste gezicht lijken de gevolgen van een overschrijding van de redelijke termijn in het strafrecht en het bestraffende bestuursrecht synchroon te lopen, maar is dit wel zo? Wij onderzoeken of eventuele verschillen tussen het strafrecht en het bestraffende bestuursrecht zijn te verklaren en te legitimeren.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Moet de inspecteur wijzen op het recht op rechtsbijstand?

Parket bij de Hoge Raad 26 april 2024, ECLI:NL:PHR:2024:457

Onlangs is een conclusie van AG Wattel gepubliceerd over onder meer de vraag of sprake is van een schending van art. 6 EVRM (het recht op een eerlijk proces). Uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) blijkt niet duidelijk of bij fiscale boetes expliciet gewezen moet worden op het recht op rechtsbijstand, noch dat dit niet het geval moet zijn. Een tweestapsbenadering kan worden gevolgd: eerst wordt onderzocht of artikel 6 EVRM is geschonden, en zo ja, dan wordt nagegaan of de procedure nog steeds 'fair' is. Ook wordt besproken hoe de bewijslast verdeeld is bij een vermeende schending van artikel 6 EVRM: wie moet aantonen dat het verdedigingsbelang al dan niet geschaad is? Tot slot wordt opgemerkt dat er eerst verder feitenonderzoek moet plaatsvinden alvorens het verzoek van de staatssecretaris wordt ingewilligd om een 'advisory opinion' van het EHRM te verkrijgen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Afdeling Raad van State: onschuldpresumptie beperkt zich niet tot strafrechtelijke procedures, maar kán zich uitstrekken tot bestuursrechtelijke procedure

Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State 8 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1958

De Afdeling legt uit dat de onschuldpresumptie niet beperkt blijft tot strafrechtelijke procedures, maar zich kan uitstrekken tot bestuursrechtelijke procedures wanneer de geschilpunten daarin verband houden met een strafzaak. Dit kan zowel tijdens als na het beëindigen van een strafrechtelijke procedure of na een vrijspraak het geval zijn. In dergelijke gevallen staat een vrijspraak niet in de weg dat gedragingen waarvan de betrokkene is vrijgesproken, in een latere bestuursrechtelijke procedure toch voldoende aannemelijk worden geacht. Dit kan komen door minder strenge bewijsregels of aanvullend bewijs, aldus de Afdeling. Voorwaarde is wel dat bestuursorganen door hun optreden of bewoordingen geen twijfel doen ontstaan over de juistheid van de strafrechtelijke vrijspraak.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Informatiegestuurd toezicht

De huidige nadruk bij toezichthouders op data en op informatie- en risicogestuurd toezicht vraagt om nuancering. Zero tolerance toezicht vraagt om andere informatie dan stelseltoezicht. De meest acceptabele ambitie voor modern toezicht is ‘het optimaliseren van effectiviteit van toezicht op korte en lange termijn’. Deze taakstelling vraagt om een sterke informatiepositie in iedere fase van de adequate toezichtcyclus; analyse, strategie, implementatie en evaluatie. Informatie omvat informatie over risico maar is breder, bijvoorbeeld informatie over de omvang van doelgroepen of informatie over beschikbare interventies. Door die verschillende fasen te onderzoeken op wenselijke informatie ontstaat een Basis Informatiemodel (BIM) als een netwerk van verschillende informatie-eenheden; informatie-knooppunten en informatie-producten. Die informatie wordt opgebouwd, veredeld en gebruikt voor toezichtsdoeleinden. BIM kent vier niveaus (BIM4) die oplopen qua complexiteit; van feiten of data naar kennis of inzicht! Zonder de vier niveaus ‘op orde te hebben’ is het erg moeilijk om goed, effectief toezicht uit te oefenen en onmogelijk om optimaal toezicht te realiseren of te claimen. BIM4 kan dan ook gebruikt worden als een groeimodel, een pad om – van niveau 1 tot niveau 4 – te groeien naar een qua informatie volwaardige toezichthouder.

Read More
Print Friendly and PDF ^