Artikel: Kennisnemingsrechten in opsporingsonderzoeken

Verdachten en hun advocaten hebben recht op kennisneming van allerlei stukken die door opsporingsinstanties zijn opgesteld, maar hebben daarnaast ook een kennisnemingsrecht op grond van de privacyregelgeving. De afbakening tussen de toepasselijke wetgeving, meer specifiek het Wetboek van Strafvordering en de Wet politiegegevens, is niet voor iedereen even helder. Beide wetten zijn opgesteld vanuit andere doelstellingen en zijn dienovereenkomstig anders opgezet. Soms leidt dit tot de veronderstelling dat verdachten te vroeg en te veel informatie krijgen waardoor het opsporingsonderzoek geschaad kan worden. Deze rechten zijn echter niet absoluut; er zijn gronden om informatie onder omstandigheden per geval te weigeren. Dit artikel tracht duidelijkheid te scheppen wanneer welke wet van toepassing is en een beroep gedaan kan worden op een weigeringsgrond zodat voortijdig ongewenste kennisneming van gegevens door de verdachte (of diens raadsman óf -vrouw) kan worden voorkomen. Hierbij is rekening gehouden met de te implementeren Richtlijn gegevensbescherming opsporing en vervolging (EU).

Lees verder: 

 

 

Print Friendly and PDF ^