Artikel: Poortwachters in onrustig vaarwater

Begin van dit jaar verscheen in de pers dat een Nederlandse grootbank, naar aanleiding van een viertal witwas- en corruptieaffaires, door de autoriteiten verplicht wordt inzage te geven in toekomstige integriteitsrisico’s. Dit past in een tendens in de witwasbestrijding. Witwasbestrijding kent twee aanknopingspunten. Allereerst het aanpakken van degenen die zich schuldig maken aan witwasmisdrijven. Daarnaast richt deze zich op partijen die (onbedoeld) betrokken zijn bij witwassen en hierdoor witwassen faciliteren. Die laatste partijen zijn de zogeheten poortwachters. Dit zijn de instellingen in de zin van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Deze groep is eenvoudiger te beïnvloeden nu zij in de regel juist compliancegericht is. De bedoeling van de anti-witwasregels is dat poortwachters ervoor zorgen dat hun dienstverlening niet wordt misbruikt voor witwassen. Dit heeft hoge prioriteit bij de autoriteiten die betrokken zijn bij de witwasbestrijding. Gelet op de niet afnemende (inter)nationale aandacht voor witwasbestrijding, gaan de ontwikkelingen op dit gebied snel. Daarbij wordt verwacht van poortwachters dat zij proactief witwasrisico’s in kaart brengen. Actuele ontwikkelingen duiden erop dat de eisen op het gebied van witwasbestrijding voor poortwachters strenger worden, dat de groep poortwachters wordt uitgebreid en dat ook niet geschroomd wordt om poortwachters bestuurs- of strafrechtelijk aan te pakken. 

Het doel van dit artikel is het bespreken van een aantal actuele ontwikkelingen op dit gebied. De auteurs gaan eerst in op de belangrijkste wijzigingen als gevolg van de vierde en vijfde anti-witwasrichtlijn. Vervolgens bespreken ze ontwikkelingen op het gebied van de meldplicht. 

Lees verder:

 

 

Print Friendly and PDF ^