Artikel: Roekeloosheid in vormen
/In zijn editorial in Delikt en Delinkwent van zomer vorig jaar schreef Groenhuijsen dat de uitleg die de Hoge Raad geeft aan het begrip roekeloosheid, zoals dat voorkomt in art. 175 WVW1994 en art. 307 en 308 Sr, niet overeenstemt met hetgeen de wetgever voor ogen stond. Zijns inziens beoogde de wetgever roekeloosheid niet te beperken tot wat door de Hoge Raad uitzonderlijke gevallen worden genoemd. Deze restrictieve uitleg door de Hoge Raad van roekeloosheid brengt Tilburgse onderzoekers er in een rapport van december 2016 toe voor te stellen een (doleus en culpoos) gevaarzettingsdelict in de wet op te nemen.
Zij verwachten dat een dergelijk delict beter dan de huidige wet kan voorzien in de mogelijkheid wangedrag in het verkeer of anderszins met dood of zwaar lichamelijk letsel als gevolg strenger te straffen. Een substantiële meerderheid van de slachtoffers van verkeersdelicten met dood of zwaar lichamelijk letsel als gevolg, zo concluderen zij uit hun onderzoek, is namelijk van oordeel dat daders van dergelijke delicten niet zwaar genoeg worden gestraft.
Lees verder:
- Roekeloosheid in vormen door Vellinga in Verkeersrecht