Artikel: We moe(s)ten het (maar) weer eens over het strafrechtelijk sanctierecht hebben
/We moe(s)ten het (maar) weer eens over het strafrechtelijk sanctierecht hebben. En dat in de brede betekenis ervan: het wettelijk sanctiestelsel, de straftoemeting en -motivering door de rechter, (vervolgens) de WvSv-regeling van de ‘buitenkant’ van de tenuitvoerlegging en de wettelijke regeling betreffende de inhoud van die tenuitvoerlegging. Naar de aard van de sanctiesoort heeft zich met het detentierecht (eigenlijk alleen) voor de vrijheidsbenemende sancties een zelfstandig, gesystematiseerd en uitgebreid rechtsterrein ontwikkeld; voor de tenuitvoerlegging van vrijheidsbeperking en vermogensontneming bestaan geen dienovereenkomstig uitgewerkte kaders. Bij een beschouwing van het strafrechtelijk sanctierecht in den brede moet het dan niet alleen gaan om de enkele optelsom van deze, te onderscheiden onderdelen, maar als het even kan ook om de inhoudelijke samenhang van die onderdelen; de gezamenlijkheid als systematisch samenhangend en verantwoord, (uitsluitend) daardoor legitiem stelsel van strafrechtelijke sanctionering. Daarmee is ook de verbinding tussen de verschillende onderdelen van dat strafrechtelijk sanctierecht van belang. En dus ook de verantwoordelijkheden van de betrokken instituties en actoren en hun onderlinge verhouding. Met name die verantwoordelijkheden lopen in de huidige indeling in het Nederlands recht (immers) nogal uiteen.
Lees verder:
We moe(s)ten het (maar) weer eens over het strafrechtelijk sanctierecht hebben door P.A.M. Mevis in Delikt en Delinkwent