Bank mag rekeningen van trustkantoor en doelvennootschappen opzeggen, maar moet de partijen daar wel tijd voor geven

Rechtbank Amsterdam 28 mei 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:2733

De Kempen is een trustkantoor met een vergunning overeenkomstig de Wet toezicht trustkantoren 2018 (Wtt 2018). Zij is statutair bestuurder van en verleent trustdiensten aan eiseressen 1 tot en met 7, doelvennootschappen in de zin van artikel 1 Wtt 2018.

Voorheen bankierden eiseressen (en nog tien doelvennootschappen van De Kempen, hierna ook: de Andere Doelvennootschappen) bij de ABN Amro Bank N.V. Nadat die de bankrelatie wenste te beëindigen heeft De Kempen contact opgenomen met Citco Bank. Dit is na onderzoek uitgemond in een Cooperation and Assistance Agreement (hierna: de Overeenkomst) die De Kempen en Citco Bank hebben gesloten met ingang van 8 juni 2016.

Tussen mei en augustus 2017 heeft Citco Bank aan De Kempen en de Doelvennootschappen bankrekeningen ter beschikking gesteld op basis van Client Account Legal Packs. Op deze bankrelaties zijn de algemene bankvoorwaarden van Citco Bank (ABV) van toepassing.

Bij brief van 25 januari 2019 heeft Citco Bank bij De Kempen aangekondigd dat zij de bancaire relatie met De Kempen en de Doelvennootschappen wenste te beëindigen, met als motivering:
“Since the end of August 2018 CBN [= Citco Bank – vzr] had embarked on a project whereby it is reviewing the compliance of each trust office, having an Agreement in place with CBN, under the [..](Wet toezicht trustkantoren). The outcome of this compliance review was evaluated and as the outcome of the review is deemed to fall outside of CBN’s risk appetite, the Management Board of CBN has decided to terminate the relationship with you and your clients.”

Bij brieven van 15 maart 2019 aan elk van eiseressen heeft Citco Bank de bankrelaties met hen opgezegd per 15 juli 2019.

Bij brief van 26 april 2019 heeft mr. E.C. Timmer, verbonden aan het advocatenkantoor van mr. Van den Boogaard, namens eiseressen bezwaar tegen deze beslissing van Citco Bank gemaakt. Citco Bank is bij haar standpunt gebleven, ook in latere correspondentie. Wel heeft Citco Bank herhaaldelijk uitstel gegeven aan eiseressen. Uiteindelijk heeft Citco Bank bij brief van 3 februari 2020 het einde van de bankrelaties per 31 maart 2020 aangezegd.

Citco Bank heeft bij dupliek toegezegd de bankrelaties in ieder geval tot nog twee weken na vonnisdatum te zullen voortzetten.

Het geschil

De Kempen en de Doelvennootschappen vorderen samengevat en na vermeerdering en wijziging van eis:

  • primair: gebod om de dienstverlening aan De Kempen en elk van de Doelvennootschappen onder de reeds overeengekomen voorwaarden voor onbepaalde tijd te blijven verlenen,

  • subsidiair:

    • gebod om de dienstverlening aan De Kempen voort te zetten totdat zij met een andere Nederlandse bank een overeenkomst heeft kunnen aangaan,

    • gebod om de dienstverlening aan de Doelvennootschappen voort te zetten totdat zij met een andere Nederlandse bank een overeenkomst hebben kunnen aangaan, althans met een goede bank binnen Europa of het Verenigd Koninkrijk,

  • meer subsidiair: gebod om de dienstverlening aan eiseressen voort te zetten tot zes weken na vonnisdatum, een en ander op straffe van een dwangsom van €1.000 per dag en met veroordeling van Citco Bank in de proceskosten. Tevens is veroordeling in de nakosten gevorderd, met wettelijke rente.

Eiseressen stellen daartoe het volgende. Citco Bank heeft meer dan een jaar onderzoek gedaan voordat zij de bankrekeningen ter beschikking stelde en eiseressen hebben alle benodigde informatie verstrekt. De beslissing van Citco Bank om met eiseressen in zee te gaan is dus weloverwogen genomen. Sindsdien is er aan de kant van eiseressen niets gewijzigd. Er is ook geen sprake van onzorgvuldigheden of tekortkomingen in hun bedrijfsvoering. Er zijn geen integriteitsrisico’s. De Kempen voldoet aan alle vereisten van de Wtt 2018 en heeft controle door De Nederlandsche Bank (DNB) in 2017 goed doorstaan. Er waren enkele aanbevelingen die ook zijn opgevolgd.

Het is De Kempen ondanks haar – ook nu nog doorgaande - buitengewone inspanningen niet gelukt om de bankrelaties van haar en de Doelvennootschappen elders bij een Nederlandse of buitenlandse bank onder te brengen. Dat het voor de Andere Doelvennootschappen na veel tijd en inspanning wel is gelukt om rekeningen in het buitenland (onder meer Slowakije, Tsjechië en Oostenrijk) te openen, houdt verband met het feit dat de desbetreffende UBO’s en/of contactpersonen goede contacten hadden bij een lokale bank.

Eiseressen hebben voorkeur voor een Nederlandse bank omdat zij Nederlandse vennootschappen zijn. In de praktijk is het echter voor trustkantoren en hun doelvennootschappen inmiddels buitengewoon moeilijk om bij een Nederlandse bank een rekening te openen, terwijl voor ieder van hen een betaalrekening heel belangrijk is. Eiseressen willen dit probleem ook aankaarten bij DNB.

Citco Bank is bij uitstek een bank die in staat is om trustkantoren en hun doelvennootschappen te bedienen. Op grond van haar maatschappelijke rol dient zij de bankrelaties met De Kempen en de Doelvennootschappen voort te zetten. De opzegging is dus in strijd met de contractuele zorgvuldigheid en in strijd met de redelijkheid en billijkheid.

In ieder geval willen eiseressen – gezien de lange acceptatieprocedures - voldoende tijd krijgen om een andere bank, zo mogelijk in Nederland en anders in het buitenland, te vinden. Vandaar de (meer) subsidiaire vorderingen.

Citco Bank voert het volgende verweer. Citco Bank heeft in 2018 haar beleid gewijzigd in overleg met de DNB en wenst niet langer haar dienstverlening aan te bieden aan partijen die hun beheer hebben ondergebracht bij trustkantoren die niet gelieerd zijn aan de Citco Groep. Dit in verband met risico en inperking van potentiële reputatieschade. De Kempen is niet gelieerd aan de Citco Groep en Citco Bank wenst de relatie daarom te beëindigen. Om die reden is de relatie met 180 vergelijkbare klanten opgezegd, het betreft een generieke opzegging.

Daarnaast was de dienstverlening aan de cliënten die niet gelieerd zijn aan de Citco Groep duur en daarmee onaantrekkelijk.

Het is de andere cliënten van De Kempen wel gelukt om een andere bankrelatie te verkrijgen. Waarom deze niet? De Kempen en de Doelvennootschappen hebben voldoende tijd gehad om een andere bankrelatie aan te gaan.

Citco Bank erkent dat zij rekening dient te houden met de belangen van de individuele klant en een relatie met die klant slechts op grond van goede redenen en met toepassing van de vereiste zorgvuldigheid opzegt. De individuele belangen van elke eiseres afzonderlijk dienen te worden afgewogen; De Kempen en de Doelvennootschappen hebben op dit punt niet voldaan aan hun stelplicht. Het is onduidelijk wat de individuele redenen zijn voor de afwijzingen.

Van de cliënten van Citco Bank die begin 2019 zijn aangeschreven over de opzegging van de bankrelatie heeft 90% een andere bank gevonden. Dat leidt tot een verzwaarde stelplicht van De Kempen en de Doelvennootschappen. Zij stellen alleen dat zij willen kunnen deelnemen aan het betaalverkeer. Wereldwijd moeten er bij andere banken voldoende alternatieven voorhanden zijn.

Citco Bank verzet zich tegen verdere voortzetting van de relatie, zij heeft eiseressen ruim de tijd gegeven, meer dan een jaar, Citco Bank kan niet nog langer worden gedwongen relaties voort te zetten die niet in haar beleid passen.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

De beoordeling

Omdat de datum van beëindiging van de bankrelaties nadert, hebben eiseressen een spoedeisend belang bij de vorderingen.

Tussen partijen is niet in geschil dat Citco Bank op grond van het toepasselijke artikel 35 ABV bevoegd is de bankrelaties, die als duurovereenkomsten moeten worden aangemerkt, met eiseressen op te zeggen.

De vraag in dit kort geding is of voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat het gebruikmaken door Citco Bank van deze contractuele opzeggingsbevoegdheid, gelet op alle omstandigheden van het geval, in strijd is met haar zorgplicht en/of naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar (artikel 6:248 lid 2 BW; zie HR 10 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2929 ING/De Keijzer). Volgens eiseressen is dat het geval, maar Citco Bank meent van niet.

Bij de beoordeling komt gewicht toe aan de in artikel 2 lid 1 ABV neergelegde zorgplicht op grond waarvan Citco Bank bij haar dienstverlening de nodige zorgvuldigheid in acht dient te nemen en daarbij naar beste vermogen met de belangen van eiseressen rekening dient te houden. Uitgangspunt is dat het voor rechts- en natuurlijke personen voor hun functioneren en voortbestaan van groot belang is dat zij toegang hebben tot het bancaire systeem. Van belang is verder dat het hier niet gaat om een kredietrelatie. De beëindiging van een kredietrelatie zal eenvoudiger kunnen plaatsvinden dan het beëindigen van de gehele bankrelatie. Een (rechts)persoon die legale activiteiten ontplooit moet in beginsel toegang hebben tot het betalingsverkeer.

Anderzijds komt gewicht toe aan de verplichting van eiseressen om ingevolge artikel 2 lid 2 ABV rekening te houden met de belangen van Citco Bank, zoals het kunnen voldoen aan haar verplichtingen jegens toezichthouders op grond van onder meer de Wtt 2018 en de Wwft (Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terroristische activiteiten). De maatschappelijke positie van banken brengt mee dat van hen de grootst mogelijke integriteit wordt verwacht, mede op grond van de geldende wet- en regelgeving op het gebied van financieel toezicht. Daarnaast kunnen financiële en andere bedrijfsmatige belangen van de bank een rol spelen.

Eiseressen hebben gesteld dat de opzegging grote gevolgen voor hen heeft. Ondanks diverse pogingen hebben zij niet elders een bankrekening kunnen openen; als Citco Bank de relatie niet voortzet zouden zij dus niet meer deel kunnen nemen aan het betalingsverkeer, waardoor zij hun onderneming niet meer kunnen uitoefenen. Citco Bank heeft betwist dat eiseressen zich voldoende hebben ingespannen om alternatieven te vinden en aangevoerd dat niet valt in te zien waarom eiseressen niet evenals de Andere Doelvennootschappen een andere bank (of andere aanbieder van betaaldiensten) zouden kunnen vinden; dat kan zonodig in het buitenland, aangezien ook eiseressen buitenlandse UBO’s en/of aandeelhouders hebben.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat eiseressen voorshands voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat het in het algemeen voor trustkantoren en doelvennootschappen in Nederland en elders in Europa steeds moeilijker is geworden om een bankrekening te verkrijgen. Ook hebben zij – bij repliek - voldoende aannemelijk gemaakt dat zij elk bij buitenlandse banken hebben aangeklopt, maar tot op heden – soms na acceptatieprocedures van maanden – nul op het rekest kregen.

Vast staat dat De Kempen beschikt over een vergunning van DNB en dat geen sprake is van kredietverstrekking door Citco Bank aan eiseressen, maar alleen van het ter beschikking stellen van (overige) bancaire diensten. Daarnaast heeft Citco Bank de stelling van eiseressen, dat zij sinds het sluiten van de Overeenkomst op geen enkele wijze jegens Citco Bank tekort is geschoten, niet weersproken. Evenmin is gesteld of gebleken dat in concreto sprake zou zijn van onzorgvuldigheden of tekortkomingen in de bedrijfsvoering van eiseressen die integriteitsrisico’s met zich zouden brengen en/of dat zij zich niet zouden houden aan de bestaande wet- en regelgeving, waardoor Citco Bank mogelijk in de problemen zou kunnen komen bij het voldoen aan de aan haar te stellen eisen op dat gebied. Ook is aannemelijk dat De Kempen de toets van de eisen die DNB aan een (kleiner) trustkantoor stelt kan doorstaan, gegeven het onderzoek van DNB uit 2017. In die zin loopt Citco Bank een gering risico als de bankrelatie nog enige tijd zou doorlopen.

De gronden die Citco Bank heeft aangevoerd voor de beëindiging van de bankrelaties zijn dan ook niet specifiek gebaseerd op de handel en wandel van eiseressen, maar op een algemene beleidswijziging die inhoudt dat Citco Bank niet langer zaken wenst te doen met trustkantoren die niet aan haar zijn gelieerd. Doel is het beperken van het risico en inperking van potentiele reputatieschade voor Citco Bank met betrekking tot een type dienstverlening dat een inherent verhoogd integriteitsrisico meebrengt. Als zij de dienstverlening aan de trustkantoren zou voortzetten zou dat volgens Citco Bank daarnaast onaanvaardbaar hoge kosten voor haar meebrengen, wil zij aan de voor de bank geldende (nationale en internationale) eisen blijven voldoen.

Op zichzelf staat het een bank vrij haar beleid met betrekking tot het accepteren van cliënten te wijzigen. Bij de wijze waarop daaraan in een concreet geval uitvoering wordt gegeven, geldt wel de maatstaf als weergegeven. Hoezeer ook de wens van Citco Bank om integriteitsrisico’s zoveel mogelijk uit te sluiten legitiem is, in de gegeven omstandigheden levert deze wens naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet een voldoende grond op voor opzegging van de bankrelaties op de gegeven termijn.

Van belang daarbij is dat Citco Bank na uitvoerig onderzoek van ongeveer een jaar - waaraan eiseressen onbetwist alle medewerking hebben gegeven - in 2017 met eiseressen in zee is gegaan, terwijl ook toen al de eisen van de Wwft en de Wtt (voorloper van de Wtt 2018) golden. Dat Citco Bank nog geen twee jaar later reeds haar beleid wijzigt was begrijpelijkerwijze een onaangename verrassing voor eiseressen. Zeker nu – naar zij onbetwist hebben gesteld - Citco Bank bij uitstek een bank is die in staat is om trustkantoren en hun doelvennootschappen te bedienen en nog de enige bank in Nederland was bij wie trustkantoren terecht konden. Daarbij komt dat niet gesteld of gebleken is dat enige wetsbepaling en/of DNB Citco Bank tot deze beleidswijziging heeft genoodzaakt. Citco Bank is zelf in 2018 haar dienstverlening aan externe trustkantoren tegen het licht gaan houden en heeft de conclusie slechts “gedeeld” met DNB, aldus haar verklaring bij dupliek (punt 6).

De stelling van Citco Bank dat voortzetting van de bankrelaties met eiseressen in het kader van de compliancevereisten onevenredig hoge kosten met zich zou brengen heeft zij niet of onvoldoende inzichtelijk en aannemelijk gemaakt. Eiseressen hebben onbetwist gesteld dat zij daarom al een hogere bijdrage voor de bancaire diensten betalen. Bovendien wegen mogelijke extra kosten in de gegeven omstandigheden en tegen de achtergrond van de zorgplicht van Citco Bank niet op tegen het belang van eiseressen bij voortzetting van de relatie.

Samengevat luidt de conclusie dat eiseressen voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat beëindiging van de bankrelaties door Citco Bank op dit moment ertoe zal leiden dat de kans groot is dat eiseressen hun onderneming niet langer kunnen uitoefenen – en zij dus bij voortzetting van de relatie een zeer groot belang hebben – terwijl zij op geen enkele wijze tekort geschoten zijn jegens Citco Bank en er geen concrete aanwijzingen bestaan dat zij een integriteitsrisico vormen voor Citco Bank en/of dat Citco Bank daardoor voor onevenredig hoge kosten wordt geplaatst. Het belang van Citco Bank bij een beëindiging van de relatie met eiseressen is op dit moment dus relatief beperkt. Daar komt bij dat Citco Bank in 2017 weloverwogen een relatie met eiseressen is aangegaan en dat niet gebleken is van gewijzigde omstandigheden op grond waarvan een voortzetting van de bankrekeningen niet langer van Citco Bank zou kunnen worden gevergd.

Onder de hiervoor geschetste omstandigheden en na afweging van de betrokken belangen, kan dan worden geconcludeerd dat voldoende aannemelijk is dat de rechter in een eventuele bodemprocedure de stellingen van eiseressen – dat de opzegging tegen de gegeven datum door Citco Bank in strijd is met haar zorgplicht en/of naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar – zal honoreren. Mede gelet op het belang van Citco Bank om in beginsel haar beleid te mogen bepalen en vormgeven, kan van haar echter niet verwacht worden om deze duurovereenkomsten oneindig voort te zetten, te minder als dat niet meer bij haar beleid past. De primaire vorderingen zullen, ook omdat het hier een kort gedingprocedure betreft, daarom worden afgewezen. Veroordeling van Citco Bank wordt beperkt tot het (meer) subsidiair gevorderde, voortzetting voor een bepaalde termijn. Er is geen opzegtermijn overeengekomen. Citco Bank heeft een ruime opzeggingstermijn in acht genomen, namelijk vanaf 15 maart 2019 aanvankelijk 120 dagen en inmiddels tot twee weken na vonnisdatum in dit kort geding. Dat is ruim een jaar, hetgeen in beginsel niet onredelijk is. Toch is er gezien het voorgaande en het feit dat eiseressen hierover hebben moeten procederen, aanleiding voor langere termijnen. Die worden voor de verschillende eiseressen als volgt bepaald.

Uit de op 14 mei 2020 ontvangen opgave van de advocaat van eiseressen blijkt dat de UBO’s van alle eiseressen in het buitenland wonen.

De Doelvennootschappen zullen uiteindelijk moeten uitwijken naar een andere bankrelatie, zonodig in het buitenland. Dat voor elk van de Doelvennootschappen een Nederlandse BV is opgericht, bestuurd door De Kempen, geeft geen aanleiding daarover anders te oordelen nu aannemelijk is dat die structuur ten behoeve van het aansluiten bij een bank in Nederland is gekozen en ook een andere structuur gekozen zou kunnen worden. Voor zover de UBO’s buiten de EU gevestigd zijn (dit geldt voor eiseressen 4 en 5) is aannemelijk dat zij binnen een periode van 6 maanden een andere bankrelatie kunnen hebben gesloten. Voor zover de UBO’s binnen de EU gevestigd zijn (dit geldt voor eiseressen 1 (Noord-Macedonië is kandidaat-lidstaat), 2, 3, 6 en 7) is aannemelijk dat zij binnen een jaar een andere bankrelatie met een in de EU gevestigde bank kunnen hebben gesloten. Deze termijnen zijn zo gekozen gelet op de regelgeving in de EU (o.a. de anti-witwasrichtlijn) en het daarmee samenhangende lange acceptatieproces, waarvan ook Citco Bank op de hoogte is.

Voor De Kempen ligt het anders. De UBO van De Kempen woont weliswaar in België, maar niet betwist is dat De Kempen een vergunning van de DNB bezit en haar activiteiten uitsluitend in Nederland heeft. Het is de vraag of van De Kempen kan worden gevergd om, zoals Citco Bank heeft gesuggereerd, haar activiteiten geheel of gedeeltelijk naar België te verplaatsen uitsluitend om daar een bankrekening te krijgen. Zij zou dan bovendien een vergunning bij de Belgische toezichthouder moeten aanvragen, hetgeen opnieuw een langdurig proces zal zijn. De beoordeling van genoemde vraag gaat het bestek van dit kort geding te buiten. Voorshands wordt geoordeeld dat De Kempen voldoende tijd moet krijgen om een andere bankrelatie, zo mogelijk in Nederland, te vinden. Citco Bank zal de bankrelatie met De Kempen daarom nog tenminste twee jaar moeten voortzetten.

De (meer) subsidiaire vorderingen zullen in die zin worden toegewezen.

Nu Citco Bank heeft toegezegd dat zij vrijwillig aan een eventuele veroordeling zal voldoen en er geen reden is om aan de nakoming van die belofte te twijfelen, is het opleggen van dwangsommen niet nodig.

Citco Bank zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proces- en nakosten worden veroordeeld, zoals gevorderd.

De beslissing

De voorzieningenrechter

  • gebiedt Citco Bank om haar dienstverlening aan ieder van eiseressen 4 en 5 onder de overeengekomen voorwaarden te blijven verlenen tot in ieder geval zes maanden na heden;

  • gebiedt Citco Bank om haar dienstverlening aan ieder van eiseressen 1, 2, 3, 6 en 7 onder de overeengekomen voorwaarden te blijven verlenen tot in ieder geval een jaar na heden;

  • gebiedt Citco Bank om haar dienstverlening aan eiseres 8 (De Kempen) onder de overeengekomen voorwaarden te blijven verlenen tot in ieder geval twee jaar na heden;

  • veroordeelt Citco Bank in de proceskosten, aan de zijde van eiseressen tot op heden begroot op: €1.723,99;

  • veroordeelt Citco Bank in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op €157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van €82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over deze nakosten met ingang van de veertiende dag na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;

  • verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

  • wijst het meer of anders gevorderde af.

Lees hier de volledige uitspraak. 

Print Friendly and PDF ^