'Belastingdienst bepaalde vooraf hoeveel fraudebestrijding moest opleveren'
/De Belastingdienst hanteerde jarenlang een minimumbedrag voor het terugvorderen van toeslagen als gevolg van fraude. Als de dienst die ‘minimale opbrengst’ niet kon halen, werden intern maatregelen genomen om meer potentiële fraudeurs in kaart te brengen en meer geld bij die groep terug te vorderen. Dat blijkt uit onderzoek van Trouw en ‘RTL Nieuws’ in de toeslagenaffaire.
De methode van de Belastingdienst is het gevolg van afspraken uit 2013, toen het toenmalige kabinet besloot harder op fraude te gaan jagen. Daarvoor werd extra personeel aangetrokken voor de Belastingdienst, en er werd fors geïnvesteerd in nieuwe computersystemen om mogelijke fraude op te sporen. De bedoeling was wel dat die investeringen zichzelf zouden ‘terugverdienen’ door extra opbrengsten als gevolg van fraude. Dit werd intern de ‘business case Fraude’ genoemd.
De commissie Donner, die de toeslagenaffaire onderzocht en recent zijn eindverslag publiceerde, spreekt van ‘een vorm van morele corruptie’. Volgens Donner krijgt de overheid er ‘institutioneel belang bij dat zoveel mogelijk uitkeringen of toeslagen worden gekort’. Publieke belangen komen daardoor ‘welhaast automatisch in de knel’, aldus Donner.
Teugels aangetrokken
Hoe dat in de praktijk uitpakt valt op te maken uit de verslagen van het management van de afdeling Toeslagen, in handen van Trouw en RTL Nieuws. In de zomer van 2018 waarschuwt die dienst dat ‘de minimale opbrengst van de business case Fraude (25 miljoen)’ niet wordt gehaald.
Daarop worden de teugels aangetrokken: de dienst gaat tweeduizend extra toeslaggerechtigden bij wie zij een hoger risico op fraude vermoedt aan een intensieve controle onderwerpen. Ook de manier waarop toeslaggerechtigden behandeld worden, moet ‘een hogere opbrengst genereren’.
De extra controle die in 2018 werd ingesteld, zorgt er uiteindelijk voor dat de minimale opbrengst van 25 miljoen euro waarschijnlijk alsnog wordt gehaald, zo schrijft het management in het najaar. Maar dat gaat niet vanzelf: als gevolg van het extra toezicht komen er zoveel extra bezwaren en klachten binnen dat de Belastingdienst weer achterloopt met de behandeling daarvan.
Fraude als uitgangspunt
De commissie Donner waarschuwde vorig najaar al tijdens een tussenrapportage dat de manier waarop de Belastingdienst te werk ging leidde tot ‘institutionele vooringenomenheid’. Puur het feit dat toeslaggerechtigden geselecteerd werden voor controle, betekende dat men uitging van fraude.
Eerder bleek al uit onderzoek van Trouw en RTL Nieuws dat ambtenaren die beslissingen om toeslagen terug te vorderen in stand hielden snel carrière konden maken. De Belastingdienst zegt echter geen aanwijzingen te hebben dat er ook sprake was van minimale doelstellingen die teams of individuen moesten halen.
Dat de Belastingdienst er veel aan gelegen was de ‘minimale opbrengst’ binnen te halen, komt mede doordat de dienst anders zelf zou moeten bezuinigen. De extra kosten voor personeel en toezicht werden in 2013 gedragen door de departementen die verantwoordelijk zijn voor de toeslagen. In het geval van kinderopvangtoeslag is dat het ministerie van sociale zaken, voor de huurtoeslag dat van binnenlandse zaken. In de begroting voor 2014 van Binnenlandse Zaken staat daarover: “Mochten de besparingen uiteindelijk lager uitvallen, dan zullen de kinderopvangtoeslag en de huurtoeslag hiervoor gecompenseerd worden door de Belastingdienst.”
‘Mensen die er recht op hebben moeten toeslagen krijgen’
Een woordvoerder van Alexandra van Huffelen, de recent aangetreden staatssecretaris van financiën verantwoordelijk voor toeslagen, erkent dat de Belastingdienst sinds 2013 op deze manier heeft gewerkt. Een jaar geleden zou gestopt zijn met de methodiek, en niet meer ‘gestuurd’ worden op een vooraf bepaalde opbrengst. Dit vooral omdat ‘het aantal ongewenste aanvragen’ en de ‘gevonden fraude’ verminderde.
“Een bedrag aan fraude binnenhalen kan nooit de doelstelling van Toeslagen zijn”, laat de woordvoerder weten namens Van Huffelen. “De kern moet zijn dat mensen die er recht op hebben toeslagen krijgen, dat je onbedoelde fouten door aanvragers moet voorkomen en fraude bestrijden, zonder een vooraf bepaalde financiële doelstelling.”