Biedt artikel 8 EVRM een recht op end-to-end encryptie?
/Het opleggen van verplichtingen aan communicatieaanbieders om gegevens over gebruikers te bewaren ten behoeve van de nationale veiligheid of het bestrijden van (zware) criminaliteit staat al geruime tijd onder de aandacht. Het belang van digitaal bewijs in strafzaken, bijvoorbeeld in de vorm van historische verkeers- en locatiegegevens, heeft geleid tot een toenemende druk op communicatieaanbieders om deze gegevens te bewaren voor eventueel later gebruik in strafzaken. Tegelijk staat regelgeving die verplichtingen tot het bewaren van deze gegevens oplegt op gespannen voet met de privacy van gebruikers. In een steeds groter wordend aantal zaken hebben zowel het Hof van Justitie als het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zich uitgelaten over deze spanning. Tot voor kort stond daarbij, ondanks aandacht daarvoor in de literatuur en het belang dat aan encryptie in verschillende Europese richtlijnen en verordeningen wordt toegekend, een verplichting van communicatieaanbieders om ondersteuning te bieden bij het ontsleutelen van gegevens nog niet centraal. In de zaak Podchasov t. Rusland is daar op 13 februari 2024 verandering in gekomen.
Lees verder: