Boete en werkstraf geëist voor kunstgrasberg

Het Openbaar Ministerie heeft voor de rechtbank in Den Bosch een voorwaardelijke geldboete van 10.000 euro en een werkstraf van 160 uur geëist tegen een afvalverwerker van kunstgras en de feitelijk leidinggevende van het bedrijf. Het OM verwijt beide verdachten te hebben gehandeld in strijd met de gemeentevergunningen en de illegale opslag van kunstgrasafval.

Concrete aanleiding voor het onderzoek was een uitzending van Zembla in 2018. Deze uitzending stelde de verwerking van kunstgras in Nederland aan de kaak en in de uitzending kwam onder andere het verdachte bedrijf naar voren als mogelijke overtreder. Gelet op de informatie die in de uitzending naar voren kwam, is een opsporingsonderzoek gestart. In oktober 2018 ontstond brand bij het bedrijf. Gelet op de tijdlijn van de uitzending, gebeurtenissen in het handhavingstraject en enkele andere signalen, werd besloten deze brand ook in onderzoek te nemen, met het oog op mogelijke brandstichting. De officier maakte vandaag duidelijk dat dit onderzoek geen bewijs heeft opgeleverd dat de verdachte leidinggevende bij die brand betrokken was. De zitting van vandaag betrof dan ook alleen de overtredingen tegen de milieuwetgeving.

Te veel, te hoog en illegaal

Volgens het OM heeft het bedrijf te veel kunstgrasafval ingenomen dan is toegestaan volgens de vergunning. Ook werd er teveel kunstgras opgeslagen en was het te hoog opgeslagen. Aan de overzijde van de hoofdlocatie van het bedrijf werd ook een opslag van kunstgrasafval geconstateerd. Het afval lag daar ca. 3 tot 5 meter hoog. Het betrof meer dan twee miljoen kilo. Aan verdachte wordt verweten dat zij verantwoordelijk was voor het zonder vergunning uitbreiden van het bedrijf met deze opslag. Gedurende het onderzoek werd daarnaast nog een illegale opslag van kunstgrasafval en een onvergunde opslag van kunstgrasafval aangetroffen in nabijgelegen plaatsen.

Verwerking en afvoer brachten niets op of kostte geld

“Het bedrijfsmodel van verdachten was het tegen vergoeding innemen van grasmatten en vervolgens de uitgeklopte kunstgrasmatten doorverkopen aan een bedrijf in België. Dit Belgische bedrijf ging failliet waardoor de enige inkomsten van verdachten kwamen uit het innemen van kunststofgrasmatten. De verwerking en afvoer brachten niets op of kostte geld. Hiermee zat het in het bedrijfsmodel ingebakken dat de milieunormen betreffende de opslag op een gegeven moment overschreden zouden worden: immers het bedrijf moest wel innemen om nog wat te verdienen maar had geen geld meer om het af te voeren.”, aldus de officier.  

De feitelijk leidinggevende was de baas, was eindverantwoordelijk en had wetenschap. Verdachte heeft verschillende pogingen ondernomen om de situatie vlot te trekken maar volgens de officier zijn die pogingen niet voldoende om haar strafbaarheid weg te nemen. “Als leidinggevende van de overtredende rechtspersoon, die bleef doorgaan met de inname van het afval en daar ook aan verdiende, is en blijft zij verantwoordelijk. Tegenslagen bij haar pogingen het schip te keren, doen daar op zich niet aan af.”, aldus de officier.

Ernst van de feiten

Verdachten begonnen volgens de officier goed maar het ging geleidelijk mis. De businesscase viel tegen, de markt veranderde, de inkomsten uit het afval konden de verwerkingskosten niet (meer) dekken. “Het lastige bij afval is dat je betaald wordt als je het inneemt. Maar innemen van afval is niet het moeilijke deel. Juist rendabele verwerking is de uitdaging. De berg afval bij verdachten begon te groeien en de problemen namen toe. Het eindpunt in deze zaak is een drietal forse bergen afval. Totaal 24.5 miljoen kilo afgedankt kunstgras waarvoor geen vergunning was.”

Strafeis

“Het strafrecht dient ertoe om overtreders te bestraffen voor hun aandeel in feiten. Het strafrecht dient er ook toe om anderen te waarschuwen dat dit soort gedrag niet ongestraft blijft. Ten slotte kan het openbare karakter van de strafrechtpleging ertoe dienen een streep te zetten onder maatschappelijke problemen. Afval is zeer zeker zo’n probleem. Het stuk waar verdachten niet verantwoordelijk voor zijn, is dat we in Nederland miljoenen vierkante meters kunstgras hebben aangelegd zonder te voorzien in een oplossing voor de verwerking daarvan. Of dat bedrijven als deze mogen worden opgericht zonder financiële zekerheid te stellen voor als het misgaat.”, aldus de officier.

Verdachten worden vandaag als voorbeeld gesteld, maar dat wil volgens de officier niet zeggen dat het OM de rede laat varen. Een werkstraf van 160 uur voor de feitelijk leidinggevende en een voorwaardelijke geldboete van 10.000 euro met een proeftijd van 3 jaar voor het bedrijf vindt hij hier passend. Voorwaardelijk omdat het bedrijf technisch failliet is en er nog moet worden afgerekend bij andere schuldeisers.

De rechtbank doet over 14 dagen uitspraak.

Bron: OM

Print Friendly and PDF ^