Brandbrief over Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS)

Op 25 mei is een brandbrief gestuurd aan het kabinet over het onlangs ingediende voorstel voor de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS). De brandbrief is verzonden door de personen en organisaties achter het anti-SyRI proces: Platform Burgerrechten, Nederlands Juristencomité voor de Mensenrechten (NJCM), FNV, Privacy First, Stichting KDVP, de Landelijke Cliëntenraad, Tommy Wieringa en Maxim Februari, de SyRI-coalitie.

In de brief schrijft de coalitie dat de eerdere profileringswet, SyRI, heeft geleid tot een rechterlijke uitspraak, die er in de kern op neer kwam dat SyRI onvoldoende was begrensd en geen effectieve waarborgen bood tegen misbruik en willekeur.

Vervolgens zeggen zij:

Het verbaast onze coalitie daarom ten zeerste dat nog geen week later het Wetsvoorstel Gegevensverwerking door Samenwerkingsverbanden (WGS) is ingediend bij het parlement waarin een kaderwet en samenwerkingsverbanden zijn opgenomen die wettelijk nog minder zijn begrensd dan SyRI en waarin effectieve waarborgen ontbreken.

De WGS bevat een kaderwet én stelt een wettelijke basis voor vier bestaande samenwerkingsverbanden voor. Deze kaderwet beoogt de bevoegdheid bij de minister te beleggen om middels een AMvB samenwerkingsverbanden op te zetten ter voorkoming en bestrijding van ernstige criminaliteit, alsmede grootschalige of systematisch onrechtmatig gebruik van overheidsgelden en/of overheidsvoorzieningen. Wat onder voorstaande categorieën valt, wordt niet in dit wetsvoorstel gedefinieerd. Daarnaast worden de publieke en private partijen die aan een dergelijk samenwerkingsverband kunnen deelnemen, alsmede de gegevens die zij kunnen uitwisselen, niet nader gespecificeerd. Met andere woorden, de samenwerkingsverbanden die op basis van de WGS mogelijk worden zijn niet begrensd. De regering meent dat het voldoende is dat dit in een AMvB wordt geregeld, maar zowel de Raad van State als de Autoriteit Persoonsgegevens hebben aangegeven dat deze onderwerpen niet kunnen worden overgelaten aan de lagere wetgever. De vier nieuwe samenwerkingsverbanden werden bovendien pas na het advies van de Raad van State toegevoegd aan het wetsvoorstel. Dit betekent dat dit deel van de wetgeving niet openstond voor publieke consultatie én dat zowel de Raad van State, alsmede de Autoriteit Persoonsgegevens op dit punt in hun wettelijke adviesrol door de regering buitenspel zijn gezet.

De kern van de uitspraak van de rechtbank in de SyRI-zaak is dat de burger moet worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur. De vergaande mogelijkheden die de technologische ontwikkelingen bieden aan de overheid, moeten hun tegenwicht vinden in wettelijke begrenzingen en effectieve waarborgen. Dat anders machtsmisbruik op de loer ligt bij complexe data-analyses en de schaalvergroting die ermee gepaard gaat werd onlangs duidelijk in de toeslagenaffaire. Duizenden onschuldige burgers werden hierdoor geraakt. De gegevensanalyses op basis waarvan dit gebeurde waren ondoorzichtig, discrimineerden en werden met de burgers die het trof niet gedeeld. Ze kregen hooguit bij een verzoek om inzage een dikke dossiermap met voornamelijk zwartgestreepte passages. Wij verzoeken u dan ook met klem om de kaderwet in dit wetsvoorstel te heroverwegen en om de bestaande samenwerkingsverbanden ieder in een apart wetgevingsvoorstel in te dienen, opdat de wetgevingsprocedure deze keer wél zorgvuldig kan worden doorlopen, zodat de burger deze keer wél beschermd wordt tegen nieuwe misstanden.

Lees hier de brief.


Print Friendly and PDF ^