Gevangenisstraf 3 maanden voor plegen meineed in straf- en medische tuchtzaak
/Rechtbank Overijssel 26 mei 2020, ECLI:NL:RBOVE:2020:1835
Een 31-jarige man uit Apeldoorn die meerdere keren onder ede een valse verklaring heeft afgelegd is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden. Hij pleegde in zowel een medische tuchtzaak als in een strafzaak tegen zijn broer meineed.
Behandelkamer
Verschillende vrouwen hebben in 2016 aangifte gedaan tegen de broer van de man. De broer heeft als orthodontist zich schuldig gemaakt aan seksueel overschrijdend gedrag bij vrouwelijke patiënten. De man is op 9 januari 2018 bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gehoord als getuige in een tuchtzaak tegen zijn broer. Later dat jaar is hij twee maal door de rechter-commissaris van de rechtbank Overijssel onder ede gehoord als getuige in een strafzaak tegen zijn broer. Hij verklaarde dat hij altijd in de behandelkamer aanwezig was. Op die manier kon hij – als getuige – verklaren dat de ontuchtige handelingen niet hadden plaatsgevonden.
Onderzoek
Nadat aangifte is gedaan van het seksueel overschrijdend gedrag heeft er een onderzoek plaatsgevonden. Zo heeft de Inspectie Gezondheidszorg de praktijken bezocht. De man is daar toen niet aangetroffen. Ook op de vraag wie de medewerkers van de praktijk waren is de man niet als medewerker opgegeven. Daarnaast hebben verschillende getuigen verklaard dat de man nooit in de behandelkamer aanwezig was. De rechtbank vindt de verklaringen van deze getuigen betrouwbaar. In combinatie met de andere bewijsmiddelen is de conclusie dat de verklaringen van de man, als getuige, vals zijn. Het ging om verklaringen over feiten en omstandigheden, waarbij weinig tot geen ruimte was voor interpretatie of een andere beleving. De man heeft dus opzettelijk meineed gepleegd.
Meineed ondermijnt waarheidsvinding
De man beoogde kennelijk om zijn broer door middel van een valse verklaring te beschermen tegen de consequenties van zijn strafbare gedrag, het seksueel overschrijdend gedrag. Meineed ondermijnt niet alleen de waarheidsvinding, maar raakt ook het algemeen belang. Als iemand, zoals de verdachte, belooft om de waarheid te vertellen en niets dan de waarheid, ligt daarin de waarborg besloten dat ook daadwerkelijk conform de waarheid zal worden verklaard. Volgens de landelijke oriëntatiepunten staat op meineed in beginsel een gevangenisstraf van 3 maanden. De rechtbank ziet geen reden om hier van af te wijken.
Lees hier de volledige uitspraak.