Column: Afspraak is niet altijd afspraak
/Door: Frank van Ardenne & Laura Hinrichs (van Ardenne & Crince le Roy Advocaten te Rotterdam)
Een nieuw fenomeen doet intrede in de Nederlandse strafrechtspleging: officieren van justitie die met advocaten ‘afspraken’ maken over de straf die zij gezamenlijk voorstellen aan de rechter met de bedoeling dat de rechter dat voorstel in een vonnis bekrachtigt. Deze procesafspraken zijn inmiddels een aantal keer succesvol door rechters overgenomen. Hiermee wordt voorkomen dat er een jarenlange juridische strijd zou plaatsvinden aan de hand van vele getuigenverhoren, zittingsdagen etc. Ondanks de ingrijpende gevolgen die een overeengekomen voorstel kan hebben, waaronder een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, verkiest de rechter efficiency dan boven een zorgvuldige strafprocedure.
Procesafspraken worden in de praktijk echter niet klakkeloos door rechters overgenomen. Rechters staan niet onwelwillend tegenover procesafspraken, maar benadrukken het belang van hun positie binnen de strafrechtspleging. Indien tot een veroordeling wordt gekomen, dient de straf immers recht te doen aan het strafbare feit met inachtneming van eventuele persoonlijke omstandigheden. Een procesafspraak zoals overeengekomen tussen het OM en de advocaat voldoet daar niet altijd aan. Zo veroordeelde de Noordelijke Fraudekamer van de rechtbank Noord-Nederland recentelijk verdachten voor ‘het volle pond’ in de vorm van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Dit in tegenstelling tot de overeengekomen procesafspraken tussen het OM en de advocaten, die slechts voorwaardelijke gevangenisstraffen en taakstraffen behelsden.
Een onderbelicht aspect bij dit nieuwe fenomeen is wat ons betreft de vraag wat de consequenties voor de verdachte en de advocaat kunnen zijn als de rechter niet instemt met een overeengekomen procesafspraak en de strafzaak op de reguliere wijze ter zitting behandelt.
De verdachte
Hoewel het geen voorwaarde is, zal een verdachte die een procesafspraak maakt snel(ler) worden gezien als een bekennende verdachte. Als het voorstel niet door de rechter wordt overgenomen, is het zeer goed mogelijk dat deze indruk een rol gaat spelen bij de beoordeling van de zaak. De rechter moet immers naast het verzamelen van bewijs, ook de overtuiging hebben dat iemand het feit heeft begaan. Een procesafspraak die met instemming van de verdachte is ingediend, zal daaraan bijdragen. Daarnaast heeft de verdachte door het maken van een procesafspraak afstand gedaan van essentiële verdedigingsrechten zoals het horen van getuigen, deskundigen etc. Daarmee verspeelt de verdachte in ieder geval in eerste aanleg (de behandeling van de strafzaak bij de rechtbank) adequate rechten die anders mogelijk tot vrijspraak hadden kunnen leiden.
De advocaat
En wat is de positie van de advocaat bij het maken van een procesafspraak, die aan de rechtbank wordt voorgelegd? Anders dan bij schikkingen zoals bij wet geregeld - waar de advocaat al sinds jaar en dag een strafzitting tracht te voorkomen door het aangaan van een sepot, transactie of strafbeschikking - is de positie van de advocaat bij procesafspraken met het OM uiterst precair. De cliënt die door de advocaat wordt geadviseerd een afspraak met het OM te accepteren, kan de weigering van de rechter om dat voorstel over te nemen aan zijn advocaat verwijten. Dat verwijt raakt niet alleen de opgelegde straf, maar ook het verspelen van verdedigingsrechten (in ieder geval in eerste aanleg bij de rechtbank) en de schijn die de verdachte na het afgewezen voorstel (wellicht ook in volgende instanties) tegen heeft. Dit alles zou de verdachte de advocaat (tucht- of civielrechtelijk) kunnen aanrekenen.
Medewerking weigeren
De Minister van Justitie en Veiligheid heeft onlangs aangegeven dat deze procesafspraken geen wettelijke regeling behoeven. Zolang dat de status quo is, zou iedere advocaat wat ons betreft medewerking aan deze nieuwe vorm van schikken moeten weigeren. Het kan immers zowel voor de verdachte als voor de advocaat vergaande negatieve gevolgen hebben.