Advies Raad van State over wetsvoorstel strafbaarstelling gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden
/De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het wetsvoorstel ’strafbaarstelling gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden’. Het wetsvoorstel heeft als doel om het gebruik van persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden, oftewel doxing, strafbaar te stellen. In de toelichting op het wetsvoorstel worden diverse voorbeelden gegeven van hulpverleners, journalisten, wetenschappers en politici die hiervan het slachtoffer zijn geworden. De impact van doxing op hun persoonlijke levenssfeer is groot. Daarnaast kan doxing schadelijk zijn voor het functioneren van de democratische rechtsstaat en de instituties die daarvan deel uitmaken.
Reikwijdte en uitvoeringslasten
De Afdeling advisering onderschrijft de wens van de regering om doxing met intimiderende doeleinden strafbaar te stellen. De strafbaarstelling is echter zo ruim geformuleerd dat deze ook situaties betreft waarin iemand niet vanwege zijn of haar beroep, ambt of maatschappelijke positie het slachtoffer van doxing wordt. De Afdeling advisering vindt de toelichting op dit punt nog ontoereikend. Zij adviseert daarom in te gaan op de wenselijkheid van de strafbaarstelling van doxing in dit soort situaties en hiervan voorbeelden te noemen. Als de ruime strafbaarstelling van doxing gehandhaafd moet worden, is voldoende capaciteit bij de politie, het Openbaar Ministerie en de rechtelijke macht nodig voor de opsporing en vervolging. Er is weinig informatie beschikbaar over de omvang van doxing in Nederland. Het is echter bekend dat online criminaliteit toeneemt, terwijl de capaciteit bij politie en het OM beperkt is. Als capaciteit wordt ingezet voor doxing, kan deze niet worden gebruikt voor de aanpak van andere criminaliteit. De Afdeling advisering vindt dat de uitvoeringslasten van het wetsvoorstel beter moeten worden onderbouwd. Zij adviseert daarbij in te gaan op de vraag hoe er voor voldoende capaciteit gezorgd wordt en wat de prioritering van de aanpak van deze criminaliteit moet zijn in de strafrechtketen. Ook wordt geadviseerd om, conform kabinetsbeleid, een jaar na inwerkingtreding van het wetsvoorstel een invoeringstoets uit te voeren.
Overige opmerkingen
In de strafbaarstelling wordt opgenomen dat niet alleen het verspreiden of het ter beschikking stellen, maar ook het ‘zich verschaffen’ van persoonsgegevens met intimiderende doeleinden strafbaar wordt. De Afdeling advisering stelt voor dit onderdeel te schrappen, omdat dit geen directe meerwaarde heeft voor het doel van het wetsvoorstel. Daarnaast deelt de Afdeling de opvatting dat journalisten, klokkenluiders en goedwillende anderen persoonsgegevens moeten kunnen gebruiken zonder dat zij gestraft worden wegens doxing. De voorgestelde strafuitsluitingsgrond is daarvoor niet nodig en kan volgens de Afdeling advisering dus vervallen. Het advies sluit af met enkele opmerkingen over de verwerking van de internetconsultatie en de beperkte aandacht voor Caribisch Nederland in de toelichting.