Column: Het sprookje van het bruine goud

Door Lysbeth van Brederode, werkzaam als coördinerend/specialistisch inspecteur bij de Inlichtingen en Opsporingsdienst van de NVWA.

Om de kwetsbare waarden van natuur en gezondheid te beschermen is er wetgeving ontwikkeld om de schadelijke gevolgen van mest te beperken. Door fraude staat de bescherming van deze kwetsbare waarden onder druk.

HOGE TRANSPORT- EN VERWERKINGSKOSTEN MEST LEIDEN TOT STERKE FRAUDEPRIKKEL

De hoge kosten die een veehouder moet maken om aan de mestregels te voldoen en de lage pakkans zorgen voor een sterke fraudeprikkel. In de illegale handel in mest gaan naar schatting jaarlijks tientallen miljoenen euro’s om. De fraude wordt niet door een enkeling gepleegd, maar op grote schaal en in samenwerkingsverbanden met meerdere betrokken bedrijven. Verschillende dienstverleners maken fraude mogelijk: denk daarbij mestintermediairs en adviesbureaus en een laboratorium dat mestmonsters manipuleert.


GEVANGENISSTRAF OPGELEGD AAN MESTFRAUDEUR

Dat de regels op inventieve wijze worden omzeild blijkt uit een zaak die recent voor de rechter is geweest. De verdachte mesthandelaar rommelde met de apparatuur waardoor valse laad- en losmeldingen werden gedaan, de verplichte volgsystemen werden gemanipuleerd en er werd gebruikt gemaakt van ingewikkelde bedrijfsstructuren en katvangers. Zo werd in de periode 2010  en 2014 bijna 100 miljoen kilo mest weggepoetst, waarbij een bedrag van ca. 15 miljoen euro was gemoeid. De hoofdverdachte is in juli door de rechtbank Den Bosch veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar. 

INTENSIVERING HANDHAVEN IS ONVOLDOENDE OM MESTFRAUDE EFFECTIEF AAN TE PAKKEN

Om de handhaving te versterken neemt de NVWA o.a. extra inspecteurs en data-analisten aan en investeert in innovatieve technieken. Ook de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de NVWA  houdt zich onder meer bezig met het aanpakken van mestfraudeurs. Dat doet de NVWA-IOD  steeds slimmer. Zo richten de strafrechtelijke onderzoeken zich steeds meer op de partijen die fraude mogelijk maken, de zogenaamde faciliteerders en wordt er binnen de NVWA nog beter samengewerkt tussen inspecteurs en rechercheurs. En dat leidt zeker tot resultaten. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het dweilen met de kraan open blijft. We krijgen veel meer opsporingswaardige signalen dan we kunnen oppakken.

Mestonderzoeken zijn net als de regelgeving voor meststoffen complex en kosten veel tijd en opsporingscapaciteit. De inzet en lange adem van mijn collega’s en het Openbaar Ministerie leidt wel tot een succesvolle vervolging. Zo kreeg een mestintermediair recent 4 jaar gevangenisstraf opgelegd. Maar als je de ene fraudeur pakt, staat er weer een nieuwe op. Zonder reductie van de fraudeprikkel leidt vervolging tot verschuiving van de modus operandi in plaats van het stoppen van de fraude.

ONDERLIGGENDE OORZAKEN MESTFRAUDE

We zijn er trots op wereldwijd de twee na grootste exporteur van landbouwproducten te zijn. Een groot deel van de dierlijke producten, zoals vlees, eieren en zuivel, die in Nederland worden geproduceerd, zijn bedoeld voor de export. Dit komt met een prijs. Ten eerste moeten we op grote schaal veevoeders (soja) importeren uit Brazilië en de Verenigde Staten om alle productiedieren te voeden. Ten tweede blijven wij zitten met het restproduct mest. De schadelijke effecten die dat heeft op de regenwouden in Brazilië (ontbossing voor sojaplantages) en onze natuurgebieden (verlies aan biodiversiteit door overbemesting) nemen we op de koop toe of zijn onvoldoende bekend.

Dit is de kiem van ons nationale mestoverschot: Nederland is te klein om zelf voldoende voer te produceren voor alle productiedieren in Nederland. De intensieve veeteelt in Nederland is alleen mogelijk door de import van enorme hoeveelheden veevoer met daarin de mineralen stikstof en fosfaat. En zo produceert Nederland meer stikstof en fosfaat in dierlijke mest dan er landbouwkundig en milieukundig kan worden gebruikt. Er zijn in Europa geen andere landen of regio’s van vergelijkbare omvang waar zoveel mest niet plaatsbaar is.

OORZAAK MESTPROBLEEM WORDT ONVOLDOENDE AANGEPAKT

Mestbeleid en de inspanningen van boeren hebben er afgelopen decennia voor gezorgd dat het jaarlijks fosfaatoverschot is gedecimeerd en het stikstofoverschot ook sterk is afgenomen. Maar er is nog steeds sprake is van een overschot waardoor veel natuurgebieden in Nederland, die al overbelast zijn met stikstof en fosfaat er jaarlijks nog steeds meer bij krijgen dan ze kunnen verdragen.

Dat er door schaalvergroting steeds meer dieren op een bedrijf gehouden worden en veel boeren verdwijnen, wordt door velen gezien als onontkoombaar en het gevolg van de markt. De gevolgen voor gezinnen en werkgelegenheid worden voor lief genomen. Voorstellen om minder productiedieren te houden in Nederland liggen echter erg gevoelig. Zoals recent weer bleek na het proefballontje van D66 om de veestapel te halveren.

Er zijn ambities om tot een kringlooplandbouw te komen en daar is veel draagvlak voor. De ideeën  over wat kringlooplandbouw inhoudt zijn echter diffuus. Zo leiden voorstellen voor extensivering van de landbouw en regulering van het aantal dieren niet alleen door oplopende buiten- temperaturen tot verhitte debatten.

Dit maakt het lastig om het probleem bij de bron aan te pakken en daarom wordt er vooral ingezet op technische en ‘end of pipe’ oplossingen zoals export naar het buitenland en het gesubsidieerd verwerken van mest om van het nationale mestoverschot af te komen. Helaas wordt ook met de export en verwerking van mest gefraudeerd, simpelweg omdat de kosten van transport en verwerking hoog zijn. En dit noem ik het sprookje van het bruine goud: we blijven teveel mest produceren en die raken we aan de straatstenen niet kwijt; ondanks wensdenken dat symptoombestrijding het mestprobleem gaat oplossen.

MILIEUKOSTEN ONVOLDOENDE MEEGENOMEN IN DE KOSTPRIJS

Het gespecialiseerde op kostenefficiëntie en exportgerichte productiesysteem voor vlees en andere dierlijke producten gaat samen met de import van grote hoeveelheden eiwitrijk veevoer. Dit enorme gesleep met grondstoffen is mede kostenefficiënt omdat de milieukosten  zoals het kappen van regenwouden voor de aanleg van sojaplantages en het verlies van biodiversiteit in Nederland door overbemesting niet in de kostprijs worden opgenomen. Dit is een van de onderliggende oorzaken van de uitbuiting van de natuur en het Nederlandse mestoverschot.

De aanpak van het mestprobleem is tot nog toe vooral gericht geweest op technologische innovaties om de schadelijke effecten van ammoniak in Nederland te verzachten. Hierbij was te weinig aandacht voor de oorzaak van het probleem, de grote invoer van mineralen stikstof en fosfaat  vanuit het buitenland via het veevoer en de daarmee samenhangende opstapeling van de mineralen in Nederland.

IS ER NOG EEN GOEDE AFLOOP DENKBAAR VOOR HET SPROOKJE VAN HET BRUINE GOUD?

Willen we de uitbuiting van de natuur stoppen en serieus werk maken van de aanpak van mestfraude dan zullen we moeten kijken naar de onderliggende oorzaken van het mestprobleem. Verbetering en vernieuwing verwacht ik eerder van een nieuwe benadering met andere normen dan ons vastklampen aan nieuwe technieken om van ons mestafval af te komen.

Ik hoop dan ook voor de komende jaren dat daar de oplossingen gezocht worden en de investeringen gedaan.  Hiermee doel ik op minder gesleep met grondstoffen over de hele wereld, minder investeren in ‘end of pipe’ oplossingen als mestverwerking en meer maatregelen om de benodigde eiwittransitie te realiseren.  Zo kunnen de honderden miljoenen euro’s subsidie die nu worden besteed aan mestverwerking mijns inziens beter ingezet worden om de mestproductie te verminderen.

Print Friendly and PDF ^