Consultatie Wet online aangejaagde openbare-ordeverstoring
/Ter consultatie is de Initiatiefwet van het lid Michon-Derkzen (VVD) t.b.v. het versterken van de aanpak rondom online aangejaagde openbare-ordeverstoringen gepubliceerd. Aanleiding voor dit initiatief is de steeds meer verstoringen van de openbare orde beginnen online. Burgemeesters zien rellen tegenwoordig in hun gemeente vaak aankomen, omdat er online wordt opgeroepen om bijvoorbeeld de straat op te gaan. Burgemeesters kunnen nu vaak pas ingrijpen als alle ellende al heeft plaatsgevonden of plaatsvindt. De indiener wil dat burgemeesters een verwijderbevel kunnen opleggen aan plaatsers van online berichten die de openbare orde verstoren of waardoor ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een openbare-ordeverstoring.
Achtergrond
In de afgelopen jaren begonnen diverse ordeverstoringen — zoals “Project X” Haren (2012), de avondklokrellen en drillrap‑conflicten — met online oproepen. Burgemeesters zagen deze digitale signalen vroeg, maar beschikten vooral over zware noodbevoegdheden die pas inzetbaar zijn als de verstoring al gaande is. Het initiatief van VVD‑Kamerlid Michon‑Derkzen vult dit gat door een specifieke verwijderbevoegdheid te introduceren.
Belangrijkste wijziging: nieuw artikel 173 Gemeentewet
Het voorstel voegt in de Gemeentewet een nieuw artikel 173 in. Kern: de burgemeester kan een verwijderbevel geven aan iemand die online een bericht heeft geplaatst dat de openbare orde verstoort of waarvoor “ernstige vrees” bestaat dat dit zal gebeuren. Eenzelfde bepaling komt als artikel 174a in de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Voor wie en voor welke berichten?
Doelgroep – Het bevel richt zich op de plaatser of herplaatser (bijv. retweet) van het bericht, niet op het platform zelf.
Openbaar internet – Alleen berichten die direct toegankelijk zijn zonder handmatige toelating vallen eronder; besloten groepen of end‑to‑end‑encrypted chats niet.
Geen “like” – Een “like” geldt niet als plaatsen; herplaatsen wel.
Criterium “verstoring of ernstige vrees”
De burgemeester moet aantonen dat er een causaal verband bestaat tussen het bericht en een daadwerkelijke of dreigende verstoring binnen de eigen gemeente. De rechter controleert achteraf of deze inschatting redelijk was.
Uitvoering en sancties
Het bevel kan mondeling worden gegeven.
Bij niet‑naleving kan een last onder dwangsom worden opgelegd.
Opzettelijke niet‑naleving is strafbaar via artikel 184 Wetboek van Strafrecht (en art. 190 Sr BES).
Relatie met bestaande bevoegdheden
Het verwijderbevel staat naast:
het lichte bevel (art. 172, lid 3),
het noodbevel (art. 175) en
de noodverordening (art. 176).
Die instrumenten blijven bestaan maar zijn zwaarder en minder specifiek voor online oproepen.
Grondwettelijke en internationale kaders
Vrijheid van meningsuiting (art. 7 Gw & art. 10 EVRM) – Het voorstel beperkt uitingen pas na publicatie; er is dus geen preventieve censuur.
Digital Services Act – De wet richt zich op individuele plaatsers; platformverplichtingen uit de DSA blijven onverlet.
Evaluatie en inwerkingtreding
Invoeringstoets – Binnen twee jaar na inwerkingtreding rapporteert de minister van Justitie en Veiligheid over de eerste praktijkervaringen.
Evaluatie – Binnen vijf jaar volgt een effect‑ en doeltreffendheidsonderzoek.
Startdatum – De wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen datum; dat kan per artikel verschillen.
Citeertitel – Wet online aangejaagde openbare‑ordeverstoring.
Samengevat
Het initiatiefvoorstel Michon‑Derkzen creëert één nieuwe, gerichte bevoegdheid: een bestuurlijk verwijderbevel voor online berichten die (dreigend) leiden tot ordeverstoringen binnen een gemeente. Het voorstel beperkt zich tot publieke berichten, sluit platformverplichtingen buiten en bevat ingebouwde evaluatiemomenten om de werking in de praktijk te meten. Hiermee wordt het instrumentarium van burgemeesters aangevuld met een snelle, bestuursrechtelijke reactie op digitale oproepen tot onrust.