OM niet-ontvankelijk: op zitting 7 jaar na vonnis eerste aanleg heeft verdediging geen originele tenlastelegging en ook niet het volledige dossier

Gerechtshof Amsterdam 4 februari 2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:971

De strafzaak betreft een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 23 februari 2018. De verdachte is een natuurlijke persoon, geboren in 1972, met onbekend verklaarde woon- en verblijfplaats in Nederland. De identiteit van de verdachte is geanonimiseerd in de uitspraak. Het dossier heeft betrekking op een tenlastegelegde gedraging die meer dan tien jaar geleden zou hebben plaatsgevonden. De inhoud van de tenlastelegging is niet langer te achterhalen, aangezien de originele tenlastelegging in het ongerede is geraakt en het openbaar ministerie geen volledige kopie heeft kunnen overleggen.

Na het vonnis in eerste aanleg wordt door of namens de verdachte tijdig hoger beroep ingesteld. De zaak komt in het kader van de appelprocedure voor het eerst in januari 2022 op de rol van het gerechtshof Amsterdam. Tijdens deze zitting blijkt dat het dossier niet compleet is. De verdediging beschikt op dat moment slechts over een kopie van de tenlastelegging en heeft herhaaldelijk, maar tevergeefs, verzocht om het volledige dossier. Ook op de volgende zitting in maart 2022 blijkt dat deze informatie nog steeds niet beschikbaar is gesteld.

Na die datum blijft het gedurende een aanzienlijke periode stil: er vinden geen zittingen plaats en er wordt geen voortgang geboekt in het strafproces. Op de zitting van 4 februari 2025, ruim zeven jaar na het vonnis in eerste aanleg en meer dan tien jaar na de verweten gedragingen, stelt het hof vast dat de verdediging nog altijd niet beschikt over de originele tenlastelegging noch over het volledige dossier. Daarmee is gedurende het gehele hoger beroep geen materiële behandeling van de zaak mogelijk geweest.

De tenlastelegging

De oorspronkelijke tenlastelegging betreft feiten die zich meer dan tien jaar geleden zouden hebben voorgedaan. De exacte aard van het tenlastegelegde is echter onbekend gebleven, omdat de originele tenlastelegging in het ongerede is geraakt en niet langer beschikbaar is. Ook een volledige kopie is niet overgelegd. Hierdoor blijft het onduidelijk wat de verdachte precies wordt verweten.

Het standpunt van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal stelt zich op het standpunt dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vervolging. Volgens het OM vormt het verstreken tijdsverloop op zichzelf geen grond voor niet-ontvankelijkheid.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging voert aan dat het OM niet-ontvankelijk dient te worden verklaard wegens ernstige schending van de beginselen van een behoorlijke procesorde. De verdediging beschikt ondanks herhaalde verzoeken nog steeds niet over een volledige tenlastelegging en een compleet dossier. Daardoor is het onmogelijk om adequaat verweer te voeren of onderzoekswensen te formuleren. De verdediging wijst op het structurele en langdurige karakter van deze tekortkomingen.

Het oordeel van het gerechtshof

Het hof stelt vast dat de belangen van de verdediging op wezenlijke punten zijn geschaad. Niet alleen is sprake van een extreem tijdsverloop sinds de vermeende feiten en de eerste aanleg, maar bovendien is de originele tenlastelegging onvindbaar en is het volledige dossier nooit aan de verdediging verstrekt. Hierdoor is het voor de verdediging onmogelijk om de grondslag van de verdenking te reconstrueren. Het hof benadrukt dat het recht op een eerlijk proces hierdoor fundamenteel is aangetast. In samenhang bezien acht het hof deze omstandigheden zo ernstig dat het voortzetten van de vervolging onverenigbaar is met de beginselen van een goede procesorde.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^