'Convinced before convicted' - Overtuigend aantonen bij een vergrijpboete
/Het arrest van 8 april 2022 betreft het tweede arrest binnen een jaar tijd waarin de Hoge Raad een uitspraak met betrekking tot vergrijpboeten ambtshalve casseert. In zijn arrest van 24 september 2021 ging de Hoge Raad uit eigen beweging ten overvloede in op de suppletieverplichting van artikel 10a AWR en het opleggen van een vergrijpboete wegens de niet-nakoming daarvan in relatie tot het nemo-teneturbeginsel. In het arrest van 8 april 2022 heeft de Hoge Raad de bewijsmaatstaf voor opzet in boetezaken verduidelijkt. De Hoge Raad overwoog dat opzet – als bestanddeel van een beboetbaar feit – slechts kan worden aangenomen indien de daarvoor vereiste feiten en omstandigheden buiten redelijke twijfel zijn komen vast te staan. Het gaat daarbij om 'overtuigend aantonen' in plaats van het regelmatig door feitenrechters gehanteerde criterium van 'aannemelijk maken'.
Lees verder:
'Convinced before convicted' - Overtuigend aantonen bij een vergrijpboete. Annotatie bij Hoge Raad 8 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:526 door D.J.E. de Kruif & A.B. Vissers in Tijdschrift voor Sanctierecht & Onderneming