De accountant(sorganisatie): een poortwachter die zich onvoldoende bewijst

In deze bijdrage staat namelijk de accountancy centraal. Een discipline waarop niet alleen – in tegenstelling tot de advocatuur – een wettelijke meldplicht inzake witwassen, maar ook een meldplicht inzake fraude van toepassing is. Dat laatste volgt uit art. 26 lid 2 Wet Toezicht Accountantsorganisaties (WTA). Daarin is het volgende bepaald: ‘Een externe accountant die tijdens het verrichten van een wettelijke controle de beschikking krijgt over gegevens of inlichtingen die het redelijk vermoeden rechtvaardigen dat sprake is van fraude van materieel belang ten aanzien van de financiële verantwoording van de controlecliënt, meldt dit aan een opsporingsambtenaar als bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering behoudens in de bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen.’ In lid 3 van dit artikel wordt nader ingegaan op die algemene – en hierna aan de orde te stellen – algemene maatregel van bestuur (BTA).

Lees verder:



Print Friendly and PDF ^