'De curator als veredelde opsporingsambtenaar'

Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft op 27 november 2012 de Tweede Kamer bericht over zijn voornemen om faillissementsfraude verder aan te pakken. Dit heeft geleid tot het wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht op basis waarvan het faillissementsrecht grondig zal worden gemoderniseerd. Het wetgevingsprogramma bestaat onder meer uit een versterking van de rol van de curator, de invoering van de mogelijkheid van een civiel bestuursverbod en de verbetering van het toezicht teneinde misbruik van rechtspersonen te voorkomen. Daarnaast is inmiddels een wetsvoorstel ingediend ter verbetering van de wettelijke mogelijkheden om strafrechtelijk op te treden tegen faillissementsfraude. Hoewel het wetsvoorstel voor de versterking van de rol van de curator nog niet is ingediend, is wel bekend dat de minister van plan is de curator verplicht te stellen om reële vermoedens van fraude bij de rechter-commissaris te melden. De vraag die dit voornemen oproept, is of de curator met zijn vergaande ‘opsporingsbevoegdheden’ daarmee in wezen een veredelde opsporingsambtenaar wordt die de grenzen van het Wetboek van Strafvordering omzeilt.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^