HR: oordeel hof dat vernietiging door Gemeente A'dam van besluit Stadsdeel tot intrekking van het hoger beroep niet een bijzondere omstandigheid oplevert, geeft geen blijk onjuiste rechtsopvatting
/Hoge Raad 8 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:888
Feiten
De Rechtbank heeft de verdachte (Stadsdeel Amsterdam-Noord) bij vonnis van 23 november 2009 ter zake van handelen in strijd met een voorschrift, gesteld bij artikel 10.1 Wet milieubeheer, opzettelijk begaan en begaan door een rechtspersoon, veroordeeld tot een geldboete van € 10.000,-. De economische kamer van het gerechtshof Amsterdam heeft het Stadsdeel op 10 januari 2012 niet-ontvankelijk verklaard in het tegen dat vonnis ingestelde hoger beroep en daartoe het volgende overwogen:
"Namens de verdachte is op 4 december 2009 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 23 november 2009. Het dagelijks bestuur van het [verdachte] (hierna: het Stadsdeel) heeft op 8 december 2009 een besluit genomen tot intrekking van het hoger beroep en heeft daartoe een volmacht verleend aan een van haar ambtenaren. Op 11 december 2009 is een akte intrekking hoger beroep opgemaakt. Op 10 mei 2010 heeft de Gemeente Amsterdam (hierna: de Gemeente) het besluit van het dagelijks bestuur van het Stadsdeel tot intrekking van het hoger beroep vernietigd.
De raadsvrouw van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep gesteld dat de intrekking van het hoger beroep niet rechtsgeldig is geschied. De vernietiging van het besluit tot intrekking van het Stadsdeel heeft terugwerkende kracht, hetgeen tot gevolg heeft dat het besluit van 8 december 2009 moet worden geacht nooit te zijn genomen. Hiermee is de basis aan de machtiging tot intrekking van het hoger beroep komen te ontvallen. Een intrekking die is uitgevoerd door een persoon die daartoe niet is gemachtigd is ongeldig, aldus de raadsvrouw.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt. In het strafrecht geldt een gesloten stelsel van rechtsmiddelen. In dit stelsel is bij wet bepaald wanneer en op welke wijze een rechtsmiddel kan worden ingesteld en ingetrokken. Deze wettelijke bepalingen zijn van openbare orde. Artikel 453 van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat een eenmaal ingesteld rechtsmiddel uiterlijk tot de aanvang van de behandeling van het beroep kan worden ingetrokken.
Voorts bepaalt dit artikel dat een intrekking afstand meebrengt van de bevoegdheid het rechtsmiddel opnieuw aan te wenden. Op een intrekking van het rechtsmiddel kan derhalve niet worden teruggekomen. Het hof acht het dan ook onverenigbaar met het gesloten stelsel van rechtsmiddelen dat op deze intrekking van het hoger beroep wordt teruggekomen nu is vastgesteld dat het namens het Stadsdeel ingestelde hoger beroep op 11 december 2009 rechtsgeldig en onherroepelijk is ingetrokken. De omstandigheden die door de raadsvrouw zijn aangevoerd, doen aan dit oordeel niet af. Het verweer wordt verworpen."
Namens verdachte is beroep in cassatie ingesteld. Mr. R.A. Fibbe, advocaat te Rotterdam, heeft een schriftuur ingezonden houdende twee middelen van cassatie.
Middel
Het middel klaagt over het oordeel van het Hof dat het hoger beroep rechtsgeldig is ingetrokken.
Beoordeling Hoge Raad
Ingevolge art. 453, eerste lid, Sv brengt intrekking van het hoger beroep mee afstand van de bevoegdheid dit rechtsmiddel opnieuw aan te wenden. Dit heeft tot gevolg dat het desbetreffende vonnis onherroepelijk wordt en niet meer kan worden aangetast. Dit is slechts anders indien bijzondere omstandigheden aanleiding geven tot het oordeel dat de intrekking van het hoger beroep - en de daarmee gedane afstand - niet kan gelden als intrekking van het hoger beroep in de zin van de art. 453-455 Sv.
Het oordeel van het Hof dat de vernietiging door de Gemeente Amsterdam op 10 mei 2010 van het besluit van het Stadsdeel van 8 december 2009 tot intrekking van het hoger beroep niet zo'n bijzondere omstandigheid oplevert, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd.
Het middel faalt.
Lees hier de volledige uitspraak.