De kroongetuige in het Nederlandse strafproces
/Sander Janssen komt tot de conclusie in zijn promotieonderzoek dat de wet- en regelgeving op het gebied van kroongetuigen en getuigenbescherming niet goed op elkaar aansluiten waardoor er grote problemen in de strafpraktijk ontstaan.
Het fenomeen kroongetuige mag zich de laatste jaren in grote belangstelling verheugen, niet alleen bij de opsporing en vervolging van grote strafzaken maar ook in de media en in de maatschappij. De berichtgeving is meestal niet positief van toon. Doordat kroongetuigen met enige regelmaat overhoop liggen met het Openbaar Ministerie, wordt getwijfeld aan de betrouwbaarheid van die kroongetuigen én aan de rechtmatigheid van de al dan niet door het Openbaar Ministerie beloofde tegenprestaties. De gemoederen liepen de afgelopen jaren hoog op en recent heeft Minister Opstelten dan ook aangekondigd de wettelijke regeling te willen wijzigen.
Problemen
Is er iets mis met de wijze waarop justitie overeenkomsten met getuigen aangaat? Ligt dat aan het type getuige, nu het geharde criminelen zou betreffen waar geen goede afspraken mee gemaakt kunnen worden? Heeft het openbaar ministerie heel veel pech gehad met zijn kroongetuigen? Zijn er structurele problemen bij de Dienst Getuigenbescherming of de met getuigenbescherming belaste functionarissen van het Openbaar Ministerie? Hoe verhoudt de overeenkomst om een verklaring af te leggen in ruil voor strafvermindering zich eigenlijk tot de getuigenbeschermingsovereenkomst? Of is er meer aan de hand en is sprake van een systeemfout, van tekortkomingen op wettelijk of rechtstheoretisch niveau die zich vertalen naar de praktijk? Samengevat: Biedt het geheel aan wet-en regelgeving dat ziet op kroongetuigen en getuigenbescherming een werkbaar juridisch kader voor de strafpraktijk?
Op die vragen hoopt het proefschrift van Sander Janssen, advocaat in Amsterdam, antwoord te geven door de beide overeenkomsten die met een kroongetuige worden gesloten aan een kritisch rechtstheoretisch én praktisch onderzoek te onderwerpen. Naar aanleiding daarvan wordt bekeken hoe de problemen die zich in de praktijk voordoen kunnen worden voorkomen en een slagvaardige én rechtsstatelijk verantwoorde kroongetuigenregeling haar plaats binnen het Nederlandse strafproces kan krijgen.
Promotor: Prof.mr. C.P.M. Cleiren
Meer informatie
Dhr. Janssen verdedigt zijn proefschrift "De kroongetuige in het Nederlandse strafproces" op maandag 11 november 2013 om 16.15 uur in het Academiegebouw Rapenburg 73, te Leiden.