De uitzondering bevestigd: het ne bis in idem-beginsel in recente rechtspraak van de Hoge Raad

Het ne bis in idem-beginsel, dat bescherming biedt tegen het voor een tweede maal worden vervolgd en bestraft voor hetzelfde feit, heeft oude wortels en is vrijwel zo oud als het strafrecht zelf. Dat wil echter niet zeggen dat het beginsel een slapend bestaan leidt. Integendeel. Zowel in internationale als nationale rechtspraak en literatuur kan het rekenen op grote belangstelling en discussie. Daarbij gaat natuurlijk de meeste aandacht uit naar de grenzen van het beginsel. Zeker in een tijd waarin het (punitief) bestuursrecht aan een opmars bezig is en de mogelijkheden om laakbaar gedrag van burgers te normeren ruimer worden, doet de vraag naar de reikwijdte van het ne bis in idem-beginsel zich steeds vaker voor. De uitleg die wordt gegeven aan de kernbegrippen bis (tweede vervolging) en idem (hetzelfde feit) is daarbij bepalend.

Dit artikel beoogt de reikwijdte van het ne bis in idem-beginsel nader te onderzoeken. Daartoe zal de rechtspraak van de Hoge Raad na het welbekende arrest inzake het alcoholslotprogramma (hierna: het Alcoholslotprogramma-arrest) worden besproken. Niet alleen in het kader van verkeersdelicten, zoals bij het samengaan van een strafvervolging met de oplegging van een Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer, de verplichting tot deelname aan een geschiktheidsonderzoek naar de rijvaardigheid of de (van rechtswege) ongeldigverklaring van het rijbewijs, maar ook bij de samenloop van een civiel- en strafrechtelijk traject is door of namens de verdachte veelvuldig een beroep gedaan op het Alcoholslotprogramma-arrest. De arresten die naar aanleiding daarvan zijn gewezen staan centraal in deze bijdrage. Bij de bespreking hiervan zal de focus liggen op de uitleg die de Hoge Raad geeft aan het begrip ‘bis’ (tweede vervolging), nu het bij samenloop van enerzijds een strafrechtelijk en anderzijds een bestuursrechtelijk dan wel civielrechtelijk traject vooral draait om de vraag of dit bestuursrechtelijke of civielrechtelijke traject kan worden aangemerkt als een vervolging.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^