Debat over modernisering Wetboek van Strafvordering

Deze week vond in de Tweede Kamer een constructief debat plaats over de modernisering van het Wetboek van Strafvordering. Partijen hebben onder meer gesproken over de zogenoemde ‘beweging naar voren’, waarbij wordt beoogd de berechting beter voor te bereiden. Dit zou eveneens de mogelijkheden voor de verdediging vergroten om bij te dragen aan het onderzoek en de doorlooptijden verkorten. In de Tweede Kamer is brede steun voor deze ‘beweging naar voren’, maar er bestaan wel twijfels over de uitvoering hiervan in de praktijk, bijvoorbeeld als het gaat om de rol van de rechter-commissaris.

Verder is door verschillende partijen kritiek gegeven op het toenemend gebruik van strafbeschikkingen door het Openbaar Ministerie. Daarnaast kwam de afdwingbaarheid van slachtofferrechten aan de orde en het gebruik van mediation en herstelrecht in het (jeugd)strafrecht. In het kader van de rechtsbescherming is door enkele partijen een verlenging van de hoger beroepstermijn bepleit van drie maanden in plaats van twee weken en is het probleem van de druk op de sociale advocatuur aangekaart.

Ten slotte is gedebatteerd over de normering van de verdere verwerking van in de opsporing vergaarde gegevens, mede naar aanleiding van de wetgevingstoets die de Autoriteit Persoonsgegevens (Dutch DPA) vorige week hierover heeft uitgebracht. De kritiek vanuit verschillende fracties is dat politie en justitie wél meer mogelijkheden krijgen om grote hoeveelheden persoonsgegevens te verzamelen, maar de rechten en vrijheden daarbij onvoldoende worden beschermd. De vraag is of het wetsvoorstel in dit kader voldoende rekening houdt met Europees recht en uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

De Tweede Kamer stemt op 25 maart 2025 over de ingediende amendementen en moties. Op 1 april 2025 stemt zij over de eerste en de tweede vaststellingswet.

Print Friendly and PDF ^