Debat over weigeren VOG op grond van politiegegevens

De Eerste Kamer debatteerde 2 november met minister Dekker voor Rechtsbescherming over een wetsvoorstel dat het mogelijk moet maken om in bepaalde gevallen een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) te weigeren op grond van politiegegevens. De Kamer stemt dinsdag 9 november over het wetsvoorstel en een motie van senator Recourt (PvdA) die de regering vraagt ervoor zorg te dragen dat het weigeren van afgifte van een Verklaring Omtrent het Gedrag altijd wordt gedaan door goed geïnformeerde en deskundige mensen die altijd inzicht hebben in de gegevens die hiervoor worden gebruikt en de verwerking van deze gegevens.

Het wetsvoorstel voegt aan de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens de mogelijkheid toe om intensiever te screenen voor functies waarbij integriteit zeer belangrijk is en de bestaande screenings mogelijkheden onvoldoende of ontoereikend zijn. Het gaat om functies waarin sprake is van een bevoegdheid geweld te gebruiken, toegang tot gevoelige informatie bij de uitvoering van wettelijke taken op het terrein van openbare orde en veiligheid of handhaving van de rechtsorde, of integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Met dit voorstel kunnen relevante politiegegevens gebruikt worden om geen Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) af te geven. Door de informatie die bij de politie beschikbaar is beter te gebruiken wil het kabinet integriteitsschendingen beter kunnen voorkomen.

Zorgen over onverifieerbare gegevens en subjectieve beoordeling

Tijdens het debat uitte een aantal fracties grote zorgen over nut en noodzaak, en rechtmatigheid en uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel. GroenLinks-senator De Boer wees erop dat deze wet het mogelijk maakt om mensen te weigeren voor overheidsfuncties op basis van onverifieerbare gegevens. Volgens haar laat de kindertoeslagenaffaire zien wat er gebeurt als de overheid mensen gaat afrekenen op vermoedens en signalen. PvdA-senator Recourt zei dat wantrouwen het uitgangspunt van de wet is terwijl vertrouwen de norm zou moeten zijn. Hij waarschuwde ook voor een mogelijke discriminerende werking van het wetsvoorstel. Dit kan de volgens hem steeds groter wordende tweedeling in de samenleving verder voeden, aldus Recourt. Zowel de PvdA als GroenLinks wezen bovendien op het gevaar van de effecten van het gebruik van kunstmatige intelligentie en algoritmen bij het raadplegen van politiegegevens.

De Kamer had verder kritiek op mogelijk subjectieve beoordeling van politiegegevens. SP-senator Janssen wilde van de minister de garantie dat de beoordelaars zorgvuldig te werk gaan. Hij vroeg de minister of mensen zich kunnen verweren tegen een weigering tot verstrekken van een VOG. Mensen moeten wel weten op welke basis de VOG is geweigerd, aldus Janssen. Ook D66-senator Dittrich vroeg de minister of het wetsvoorstel niet ingaat tegen de grondrechten van burgers. Je staat als burger op een achterstand, aldus Dittrich. Hij voorzag een grote marge voor subjectiviteit bij de beoordeling van individuele VOG-aanvragen.

Versterking weerbaarheid overheid heel belangrijk

Andere fracties waren wel positief over het wetsvoorstel. Volgens PVV-senator Bezaan kan het wetsvoorstel bijdragen aan het voorkomen van integriteitsproblemen. Ook CDA-senator Doornhof was die mening toegedaan. Hij zei dat met deze wet beter voorkomen kan worden dat ondermijnende criminaliteit voet aan de grond krijgt in overheidsorganisaties. Hij waarschuwde wel voor het gebruikmaken van oordelen over iemand in plaats van feiten. VVD-senator Arbouw zei dat voor zijn fractie de versterking van de weerbaarheid van de overheid heel belangrijk is. Dit wetsvoorstel gaat daarover volgens hem. Ook ChristenUnie-senator Talsma onderschreef het belang van het wetsvoorstel. Blijvende en intensieve aandacht is volgens hem nodig. VOG's uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst, aldus Talsma. Hij twijfelde nog wel of voor de burger voldoende duidelijk is wanneer deze zogenoemde 'zachte gegevens' worden geraadpleegd bij het afgeven van een VOG.

Dekker: wetsvoorstel niet dé oplossing, er is meer nodig

Minister Dekker voor Rechtsbescherming zei in antwoord op de vragen van de Kamer dat het doel van het wetsvoorstel is dat de meest betrouwbare en meest integere mensen dergelijke functies bekleden. Hij realiseert zich dat dit wetsvoorstel niet dé oplossing is; er is meer nodig om erachter te komen hoe integer iemand is, bijvoorbeeld referentenonderzoek.

Over etnisch profileren zei Dekker dat dit een verschijningsvorm van discriminatie is en daarmee verboden. Er wordt binnen de politie hard gewerkt om dat uit te bannen en buiten de deur te houden, door hier in de opleiding, maar ook in de dagelijkse praktijk continu aandacht aan te besteden. Op de vraag hoe politiegegevens als gevolg van etnisch profileren doorwerken in de weigering van een VOG, zegde Dekker toe dat dat nauwelijks gebeurt.

Ten aanzien van algoritmen en kunstmatige intelligentie bij het beoordelen van gegevens, zei de minister dat er geen kunstmatige intelligentie wordt toegepast bij het ophalen van gegevens. Wel wordt een algoritme toegepast. De beoordeling van de informatie is menselijk. Dit staat niet expliciet in de wettekst, maar het gebruik van algoritmen is echter niet vrij.

Over de motie van senator Recourt zei Dekker dat hij het oordeel aan de Kamer laat.

Print Friendly and PDF ^