EC daagt Oostenrijk, België en Nederland voor Hof van Justitie wegens onvolledige tenuitvoerlegging antiwitwasregels
/De Europese Commissie heeft Oostenrijk, België en Nederland voor het Hof van Justitie van de Europese Unie gedaagd, met een verzoek om financiële sancties, omdat zij de vierde antiwitwasrichtlijn niet volledig in nationaal recht hebben omgezet.
Valdis Dombrovskis, uitvoerend vicevoorzitter van de Commissie, hierover: “Wij beschikken over robuuste EU-regels maar deze moeten consequent en efficiënt worden toegepast. We zullen ervoor zorgen dat iedereen in de particuliere en in de publieke sector de regels strikt toepast. We hebben een groot aantal inbreukprocedures ingeleid om de volledige omzetting en toepassing van onze regels te waarborgen.”
Na een beoordeling van de maatregelen die deze lidstaten hebben meegedeeld, is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de richtlijn niet volledig is omgezet in nationaal recht. De onvolledige omzetting heeft betrekking op fundamentele aspecten van het antiwitwaskader, zoals de wetgeving inzake weddenschappen en kansspelen (Oostenrijk), de mechanismen waarmee de financiële-inlichtingeneenheden documenten en informatie uitwisselen (België), en de te verstrekken informatie over de uiteindelijk begunstigden van vennootschappen en andere juridische entiteiten (Nederland).
Achtergrond
Alle lidstaten moesten de regels van de vierde antiwitwasrichtlijn uiterlijk op 26 juni 2017 ten uitvoer leggen. Na deze termijn heeft de Commissie inbreukprocedures tegen alle lidstaten ingeleid aangezien geen enkele de volledige omzetting van de richtlijn had meegedeeld.
Er lopen inbreukprocedures wegens onvolledige omzetting tegen acht lidstaten: drie lidstaten hebben een met redenen omkleed advies ontvangen, bij het Hof zijn procedures tegen twee lidstaten aanhangig en vandaag heeft de Commissie besloten nog drie lidstaten voor het Hof te dagen.
Bron: Europese Commissie