EVOA: Bevestiging van vrijspraak mbt het overbrengen van afvalstoffen zonder CCIC certificaat naar China
/Gerechtshof Amsterdam 18 mei 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:2069
De economische kamer van de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte vrijgesproken van het hem tenlastegelegde.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete van €20.000.
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, met dien verstande dat het hof naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep de overwegingen van de rechtbank als volgt aanvult.
De advocaat-generaal heeft ter adstructie van haar standpunt in haar schriftelijk requisitoir verwezen naar een arrest van het Hof van Justitie van 10 november 2011. De prejudiciële vraag die in dat arrest aan de orde was, ziet echter op een wezenlijk andere situatie dan de onderhavige, omdat in die zaak – kort gezegd – sprake was van de rubricering van een afvalstof in twee verschillende categorieën, te weten in kolom a (invoerverbod) en d (lokale procedure). Het arrest van het Hof van Justitie werpt daarom geen relevant licht op de onderhavige zaak.
De eindconclusie van de advocaat-generaal – het zonder CCIC certificaat overbrengen van afvalstoffen naar China zoals tenlastegelegd is in strijd met communautaire regelgeving – kan niet worden gebaseerd op de wet- en regelgeving en de argumenten die naar voren zijn gebracht in het requisitoir.
Het hof bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Lees hier de volledige uitspraak.