Forse gevangenisstraf geëist tegen oud-hoogleraar en –decaan voor oplichtingspraktijken bij universiteit
/"Verblind door de wens om succesvol te zijn was ik vergeten dat er nog zoiets bestond als ethische principes. Het heeft me sindsdien altijd dwars gezeten. Ik neem mezelf dat kwalijk, ook al is het als bestuurder moeilijk om altijd op het rechte pad te blijven."
Eén van de citaten van de hoofdverdachte, oud-hoogleraar en -decaan, die zich voor de rechter in Amsterdam moesten verantwoorden voor oplichting van een universiteit. Een citaat dat volgens het OM goed weergeeft waar het in deze zaak om draait, namelijk om onethisch handelen, machtsmisbruik en bedrog. Naar het oordeel van het OM is er in deze zaak niet alleen sprake van onwenselijk gedrag, maar ook van strafbaar handelen, van fraude gepleegd door de hoofdverdachte en de drie medeverdachten – zijn neef, nicht en haar echtgenoot – waarbij een universiteit voor ruim 1,2 miljoen euro is opgelicht.
Volgens het OM hebben verdachten gezamenlijk vele valse facturen ingediend bij de universiteit. Werkzaamheden die werden verricht door de nicht van de hoogleraar, werden jarenlang gefactureerd uit naam van haar echtgenoot. De hoogleraar, als opdrachtgever, bepaalde de omschrijvingen en bedragen van de facturen, en ook wanneer deze moesten worden ingediend. Met deze werkwijze verhulden de verdachten dat de hoogleraar familieleden inschakelde en werd de universiteit bewogen tot uitbetalingen. Een deel van het geld werd na ontvangst door zijn familie direct naar de hoofdverdachte doorbetaald.
Ernst van de feiten
Volgens het OM is hier geen sprake van een enkele verzwijging of leugen, maar van een ernstige vorm van stelselmatig bedrieglijk handelen door verdachten.
“Verdachten hebben op geraffineerde wijze geld afhandig gemaakt van een universiteit. Zij hebben uit eigen belang gehandeld om zichzelf financieel te bevoordelen, gedurende een periode van bijna 8 jaar, waarin ook ruimte voor bezinning bestond. Het totale benadelingsbedrag is hoog. Verdachten stopten pas met hun oplichtingspraktijken na ontdekking door de universiteit, niet uit eigen beweging. Het heeft er alle schijn van dat er gemeenschapsgeld voor andere doelen is aangewend dan waarvoor deze gelden door de gemeenschap ter beschikking zijn gesteld. Het veroorzaakte nadeel is nog niet door verdachten vergoed. De gedragingen van de verdachten hebben geleid tot negatieve publiciteit voor de betrokken universiteit.”, aldus de officier.
Strafeisen
Bij het bepalen van de strafeisen heeft de officier ook de proceshouding van verdachten, evenals hun persoonlijke omstandigheden en hun rol in het feitencomplex, meegewogen. Volgens het OM orkestreerde de hoogleraar de frauduleuze declaratieconstructie en heeft hij zijn familie in zijn kielzog meegezogen.
“De hoofdverdachte fungeerde als leidinggevende met een maatschappelijke voorbeeldfunctie. Zijn gedrag behoorde bij uitstek onberispelijk te zijn. De strafbare feiten zijn gepleegd in de uitoefening van zijn beroep. Hij heeft door zijn vergaande grensoverschrijdende gedrag niet alleen het vertrouwen van de universiteit geschaad, maar ook het vertrouwen van de maatschappij in de integriteit van ambtenaren. Door dergelijk gedrag wordt de integriteit van de overheid in haar diepste wezen geraakt.”, aldus de officier. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaar vindt de officier hier op zijn plaats.
Zijn nicht wist volgens het OM dat de hoofdverdachte degene is geweest die haar werk heeft bezorgd en dat niet onder haar naam werd gedeclareerd. In al die jaren heeft zij volgens de officier bewust haar ogen gesloten voor de details van deze door haar oom geïnitieerde werkwijze, en daarmee de voorwaarden voor haar financieel comfortabele leven in stand gehouden. Tegen deze verdachte eist de officier een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk.
Tegen de andere twee verdachten eist de officier een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden.
De rechtbank doet op 2 augustus uitspraak.
Bron: OM