Het Openbaar Ministerie verwijt een montagebedrijf uit Lunteren overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet en het Arbeidsomstandighedenbesluit waardoor in 2020 drie werknemers ernstig gewond raakten na een val uit een werkbak tijdens werkzaamheden aan een gevel. Het OM eist een geldboete van 100.000 euro waarvan 40.000 euro voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Drie slachtoffers naar het ziekenhuis

Drie medewerkers van het montagebedrijf stonden op 10 september 2020 in een werkbalk die bevestigd zat aan een verreiker, een voertuig om zware lasten te tillen en te verplaatsen. De drie mannen brachten gevelbeplating aan onder een luifel van een pand. Omdat er onder de luifel te weinig ruimte was om de werkbak van links naar rechts te laten bewegen, hadden ze de werkbak eerst op hoogte gebracht om de werkbak boven het dak te kunnen laten bewegen. Tijdens het bewegen van de werkbak is het voertuig omgevallen. De slachtoffers liepen door de val ernstig letsel op en moesten in het ziekenhuis worden opgenomen.

Oorzaak ongeval door complex van factoren

Uit het onderzoek is gebleken dat de val van de verreiker en de drie werknemers is veroorzaakt door meerdere samenhangende factoren. Onder andere door de stand van de bovenbouw (een onderdeel van de verreiker), het totale gewicht van de werkbak en het niet functioneren van de veiligheidsvoorzieningen. De drie mannen waren daarnaast niet aangelijnd tijdens de werkzaamheden. Het bedrijf heeft sinds 2013 meerdere malen bestuurlijke boetes gekregen, is schriftelijk gewaarschuwd en is een aantal keer gesommeerd het werk stil te leggen nadat de Inspectie overtredingen heeft geconstateerd.

Geldboete voor bedrijf

“De Arbowet en bijbehorende regelgeving beogen arbeidsongevallen op de werkvloer te voorkomen. En daartoe worden werkgevers verplicht gesteld een adequaat veiligheidsbeleid te voeren en concrete maatregelen te nemen. Het veiligheidsbeleid van het montagebedrijf is ernstig tekortgeschoten in dat opzicht. De risico’s van het werken met verreikers en hoogwerkers en het (daaruit) voortvloeiende (val)gevaar voor haar werknemers zijn niet voldoende onderkend. Voorts heeft verdachte haar werknemers een niet goed gekeurde combinatie van verreiker en werkbak ter beschikking gesteld, haar werknemers onvoldoende opgeleid en geïnstrueerd en onvoldoende toezicht gehouden. Ik ben van oordeel dat de werkgever haar verantwoordelijkheid voor de veiligheid van haar werknemers in onvoldoende mate serieus heeft genomen. Terwijl juist het werken op hoogte en met dit soort hulpmiddelen éen van de belangrijkste activiteiten van het bedrijf is. Een deels voorwaardelijke straf is dan ook op zijn plaats”, aldus de officier van justitie.

De rechtbank doet over 14 dagen uitspraak.

Bron: OM