Geslaagd beroep op vrijwillige terugtred
/Rechtbank Breda 23 april 2013, LJN BZ8372
Op 25 november 2010 kort na middernacht werden twee verbalisanten naar de Bolkensteeg te Dongen gestuurd omdat een man daar iets aan de politie moest vertellen. Daar aangekomen troffen zij een man aan die zich legitimeerde als verdachte. De verbalisanten hoorden hem, verdachte, zeggen: “Ik heb iets vreselijks gedaan. Ik heb geprobeerd de Chinees te overvallen. Ik heb hiervoor niks gebruikt en ook geen mes”. Verder hoorden ze hem zeggen: “Ik heb deze bivakmuts gebruikt”.
De politie heeft vervolgens contact opgenomen met de eigenaren van restaurant “Nieuw China”. Mevrouw X. deed aangifte van een poging tot overval.
Op 24 november zat zij met haar dochtertje aan een tafeltje in het restaurant toen zij de bel van de voordeur hoorde gaan. Toen zij niemand zag verschijnen, is zij polshoogte gaan nemen. Zij zag niemand en liep weer richting de bar. Vervolgens kwam links van haar, van achter de scheidingsmuur, een man voor haar staan. Aangeefster zag hem van achteren. Hij had een groot mes van wel 40 centimeter lang horizontaal achter zijn rug vast. Het was een breed mes dat in een punt uitliep. Hij draaide zich om en aangeefster zag dat de man een zwarte muts op had met twee gaten voor zijn ogen. Aangeefster was doodsbang, heeft gegild en is naar de keuken gerend om haar man te halen.
De eigenaar werd als getuige gehoord . Hij verklaarde dat de avond ervoor zijn vrouw in paniek de keuken was binnengekomen. Zij had in het Chinees “Overvallen !!” gezegd. De eigenaar is met zijn vrouw het restaurant in gerend, maar heeft daar niemand meer gezien. Zijn dochter vertelde hem dat de man gezegd had: “Ik wil geld zien”.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij op 24 november 2010 geld nodig had. Hij is toen naar de Chinees gegaan. Hij had een muts bij zich waar hij gaten in had gemaakt . Ter zitting van de rechtbank heeft hij verklaard dat hij iets geroepen heeft over geld. Het kan volgens hem best zo zijn dat hij geroepen heeft: ”Ik wil geld zien”.
Geslaagd beroep op vrijwillige terugtred
Verdachte heeft zowel bij de politie als ter zitting verklaard dat hij toen hij de kinderen en de vrouw in het restaurant zag, schrok en besefte wat hij aan het doen was. Verdachte heeft zich omgedraaid en is weggegaan. Nu de rechtbank geen reden heeft om aan die verklaring van verdachte te twijfelen is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van vrijwillige terugtred. De beslissing van verdachte om te stoppen met zijn handelingen is, zo heeft verdachte verklaard, ingegeven door het besef van verdachte dat hij niet door moest gaan.
De rechtbank vindt steun voor deze verklaring van verdachte in de verklaring van aangeefster. Zij heeft verklaard dat zij schrok van de overvaller en direct naar de keuken is gerend. Toen zij samen met haar man terug rende naar het restaurantgedeelte was de overvaller al verdwenen. Verdachte is gestopt op het moment dat hij alleen met haar dochtertje in het restaurant was en hem weinig in de weg stond om juist op dat moment een greep in de kassa te doen. Verdachte is echter op eigen initiatief en zonder dat sprake was van een van buiten komende oorzaak, tot inkeer gekomen.
Hoewel sprake is van een poging tot diefstal, met bedreiging met geweld acht de rechtbank verdachte niet strafbaar daarvoor. Hij zal vanwege zijn - spontane en tijdige - keuze om te stoppen met de overval, worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Lees hier de volledige uitspraak.