Het MH17-proces: creativiteit in internationale strafrechtelijke samenwerking
/Op 5 juli 2017 werd bekendgemaakt dat Nederland de vervolging en berechting van de verdachten van het neerhalen van vlucht MH17 op 17 juli 2014, ter hand zou nemen. Op 19 juni 2019 kondigde de officier van justitie de vervolging aan van vier verdachten betrokken bij deze ramp. Op 9 maart 2020, bijna zes jaar na de ramp, ging het proces tegen deze vier verdachten van start. Het doel van het proces is drieledig: duidelijkheid verkrijgen over wat er is gebeurd (waarheidsvinding), bestraffen van degenen die verantwoordelijk zijn (berechting) en compensatie voor de slachtoffers (genoegdoening). Evenals het strafrechtelijk onderzoek voorafgaand aan het proces, zal het strafproces veel tijd in beslag nemen en gepaard gaan met uitdagingen en juridische en praktische obstakels. Tot 2023 is per jaar 9 miljoen euro gereserveerd om dit proces mogelijk te maken. Het proces is gekwalificeerd als een nationaal proces met een aantal internationale elementen. Het opsporingsonderzoek is in deze internationale context uitgevoerd met een centrale rol voor een Joint Investigation Team, het JIT. Daarnaast is een verdrag gesloten tussen Nederland en Oekraïne om berechting in Nederland mogelijk te maken. In deze bijdrage wordt een aantal bijzondere aspecten van en mogelijke obstakels in het proces besproken zonder daarbij volledig te willen zijn. Achtereenvolgens komen aan bod: de huidige stand van het proces, het verdrag tussen Oekraïne en Nederland, enkele vragen rondom het JIT en de positie van slachtoffers. Naast deze nationale strafprocedure lopen er nog tal van andere procedures in en buiten Nederland, maar die blijven in deze bijdrage buiten beschouwing.
Lees verder:
Het MH17-proces: creativiteit in internationale strafrechtelijke samenwerking door C.R.J.J. Rijken in Verkeersrecht